Optoppen, het is niet nieuw, maar de aandacht in de laatste jaren is immens. Het Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening heeft specifieke pagina's op zijn website ingeruimd over het waarom, het wat, het hoe en voor wie van de ingreep, met een bundeling van succesverhalen uit de praktijk. Het ministerie definieert het fenomeen, want dat is het, als: 'Optoppen is het toevoegen van woningen door een bestaand gebouw te verhogen met één of meerdere bouwlagen'.

Er is zelfs een landelijke aanpak optoppen ontwikkeld. Natuurlijk is ook het Platform31 aangehaakt, en publiceert over optoppen een hele reeks zeer informatieve artikelen onder de paraplu van de woningvoorraad benutten.
Een voordeel, toegegeven soms ook een nadeel, van vele jaren ervaring met de sector is dat je niet meer wordt verrast, bijvoorbeeld door optoppen. Maar ook van alle andere varianten van het verbeteren en uitbreiden van bestaande woningen die er ook zijn. Er is veel geschreven over transformaties van (naoorlogse) woonwijken, zowel stedenbouwkundig als op het schaalniveau van bouwblokken. Een voorganger van Platform31, de Stuurgroep Experimenten Volkshuisvesting, besteedde er veel aandacht aan, bijvoorbeeld in brochures 'Gereedschappen voor herontwikkeling'. Een serie met zes uitgaven, te weten: 'Een tweede leven voor vroeg naoorlogse flats', 'Optoppen', 'Uitplinten', 'Slopen', 'Eengezinswoningen' en 'Verticaal samenvoegen'. Er zijn ook voorbeelden van aftoppen om woningen en buurten aantrekkelijker te maken. Een ingreep die door verlies aan woningen en daarmee ook huurinkomsten moeilijk voorstelbaar is, maar bij aanpak van een buurt een oplossing kan zijn.