De discussie over duurzaamheid is de laatste tijd weer losgebarsten. Eindelijk hebben we een nieuw kabinet en volgens eigen zeggen het groenste kabinet tot nu toe. Met zelfs een heuse minister van Klimaat. Al combineert die zijn functie wel met Economie. Er zijn ambities uitgesproken, maar die gaan lang niet ver genoeg om de doelen die we hebben afgesproken in Parijs ook écht te halen. Bovendien worden de pijlen vooral gericht op CO2-opvang of -opslag. En of we daar nu echt beter van worden is de vraag. Maar desondanks moeten we verduurzamen in de bouw.
We kunnen het niet meer ontkennen. Met de ooster- en westerstorm van afgelopen maand, het uit de lucht vallen van vleermuizen in Australië, het opdrogen van de waterbron in Kaapstad en voor het eerst sneeuw in Miami, is duidelijk dat we moeten veranderen. Ongeacht het overheidsbeleid hebben we een verduurzamingslag te slaan. Voor onszelf, voor onze kinderen en voor al diegenen daarna. En bovendien, over vier jaar zitten er weer nieuwe bestuurders en wordt wellicht de noodzaak wel gezien. Maar ja, als er nu niets gedaan wordt, dan wordt de opgave voor die volgende bestuurder verdubbeld. We lopen dan weer vier jaar achter, terwijl we nu al te weinig tijd hebben. Des te meer reden om bij de verbetering van woningen ruim aandacht te besteden aan verduurzaming. Maar welke oplossingsrichtingen zijn er nu? En wat betekenen ze? In een serie artikelen zetten we de verschillende smaken op een rij. In dit artikel ligt de focus op energielevering. Volgende artikelen zullen verder ingaan op de gevolgen voor woningen en over de manier waarop de verduurzaming wordt uitgerold.
Als we de landelijke elektraopwekking buiten beschouwing laten (over de sluiting van kolencentrales mag de politiek zich buigen), is ons distributienet een belangrijke kwestie bij verduurzaming. Nederland is een land dat overwegend een gasnet heeft voor verwarmen en warm tapwater en 85% van de woningen heeft een gasaansluiting (Energietrends, 2016). Bovendien zijn alle woningen aangesloten op het elektranet. Het elektranet dat er ligt is vooral afgestemd op het verbruik van huishoudelijke apparatuur en in mindere mate op apparaten met een hoge capaciteit.
Reacties