Waarschijnlijk weet je als lezer van dit artikel wel dat we moeten verduurzamen. Omdat het je vak is, omdat je er affiniteit mee hebt, of omdat je het simpelweg als opgave vanuit je organisatie hebt meegekregen. Maar daarmee ben je een van de weinigen in Nederland die zich met verduurzamen bezig houdt. Er zijn 17 miljoen mensen die zich er niet mee bezig houden, maar die wel op een of andere manier in beweging moeten komen.
In dit tweede deel over energieneutraal wonen gaan we kijken wat er op woningniveau moet gebeuren, en waar die 17 miljoen mensen mee te maken gaan krijgen. Het is goed om het te hebben over het uiteindelijke doel. De individuele bewoner heeft hier waarschijnlijk niet direct een mening over, of een idee bij. Vanuit maatschappelijk perspectief kunnen we wel stellen dat we ‘veel’ moeten doen. In Parijs heeft de wereldtop afgesproken om de aarde niet verder dan 1,5 graad op te laten warmen. Om dat doel te bereiken is een CO2-reductie van 80-95% nodig. Iedere gemeente of provincie heeft daar weer gevolgen aan verbonden, in de vorm van een energie-, klimaat- of CO2-neutrale stad te willen zijn in 2040, 2045 of 2050. Op het vlak van wonen halen we dat met energie-efficiënte woningen. Er staat bewust energie-efficiënt, omdat er van alles mogelijk is; energieneutraal, BENG, NOM, energieleverend of afkortingen die we nu nog niet eens kennen.
Energie ambities zijn vooral gedreven vanuit de overheid, om te voldoen aan lokale, landelijke of zelfs mondiale afspraken. Er zijn nog maar weinig mensen, met name particulieren, die uit zichzelf kiezen voor bepaalde energie ambities. Óf er moet een subsidie tegenover staan, en daarmee wordt het (indirect) toch weer overheid gedreven. Toch is die noodzaak er en móeten we verduurzamen. Hoe gaan we die mensen in beweging krijgen?
Het eerste artikel uit deze serie ging over de energielevering. Momenteel heeft 85% van de woningen een gasaansluiting, maar dit gaat veranderen. De beschikbaarheid van energie, en dan met name de energiedrager vormt de basis voor woningverduurzaming. Krijgen we warmte binnen of gaan we het zelf produceren? Die energiedrager is bepalend voor de mogelijkheden. Maar dat geldt ook voor de ambitie die je formuleert. Is het doel van de woningverbetering om de warmtevraag te verlagen, of juist om te zorgen dat er geen CO2-uitstoot meer is? De bewoner weet het verschil niet. Hij heeft behoefte aan een comfortabel huis, dat veilig en betaalbaar is. Maar voor de afspraken op maatschappelijk vlak is het wel degelijk van belang welke ambitie we nastreven.
Energieneutraal gaat er vanuit dat alle energie gerelateerd aan de woning duurzaam wordt opgewekt. Nul op de meter (NOM) gaat verder en wekt niet alleen de energie op voor het huis, maar ook het consumptieve deel. CO2-neutraal wonen betekent dat er geen CO2-uitstoot meer is, voor de woning en het wonen. Het gebruik van fossiele brandstoffen wordt daarmee aan banden gelegd.
Als de ambitie energieneutraal is, dan wordt vooral gekeken naar de warmtevraag van de woning. Die vraag wordt zo laag mogelijk gehouden en het liefst volledig gecompenseerd met duurzame opwekking. Als daarentegen CO2 de meetlat is, wordt gekeken naar de balans in CO2-uitstoot en is beperken van energieverbruik niet meer de opgave. Theoretisch gezien zou een slecht geïsoleerde woning voorzien kunnen worden van pakweg 40 zonnepanelen, met een warmtepomp of infrarood, zonder verder te isoleren. Daarmee is de woning te verwarmen en heb je een CO2-neutrale woning. Kanttekeningen hierbij zijn natuurlijk het gebrek aan comfort en het feit dat er voor zonne-energie geen buffer is, waardoor er gebruik moet worden gemaakt van het energienet (en dat heeft wel een CO2-uitstoot). Maar bovenal hebben de meeste woningen in Nederland geen plek voor 40 zonnepanelen en is de opschaalbaarheid van deze oplossing dus beperkt.
Voor woningen moeten we op zoek naar een mix tussen isoleren en installaties, om op die manier een bijdrage te leveren aan de gestelde ambities van energieverbruik of CO2-uitstoot. Maar wat is dan de juiste mix? Uiteraard zijn kosten hierbij een belangrijke bepalende factor, maar energiedragers en woningtype zijn de sleutel tot de juiste mix. Bijvoorbeeld een warmtenet met een beperkte isolatie, of juist een woning met veel dakoppervlak die gebruik maakt van directe warmteafgifte, zoals infrarood.
Reacties