De koude maand januari maakte de bijdrage van warmtepompen aan de productie van hernieuwbare energie goed zichtbaar. In vergelijking met januari vorig jaar leverden ze 30 procent meer. De totale hernieuwbare productie groeide 9 procent. Dat blijkt uit de maandcijfers van Energieopwek.nl.

De groeiende productie met warmtepompen komt door de forse groei van het aantal geïnstalleerde pompen. Het Warmtepomp Trendrapport van Dutch New Energy Research rapporteerde een groei van meer dan 50 procent. Vorig jaar zijn er 167.000 geplaatst. De cijferaars gaan ervan uit dat de groei dit jaar doorzet. Volgens de onderzoekers een teken dat de warmtepomp is doorgebroken. Het rapport schat dat er nu zo’n 568.000 warmtepompen in woningen staan.

De windmolens op zee en land produceerden de afgelopen maand de meeste hernieuwbare energie. Biomassa volgde op de voet. De bijdrage van zonne-energie was beperkt. De warmtepompen leverden deze maand circa 3 PJ hernieuwbare warmte op. Dat komt qua energie overeen met bijna 100 miljoen m³ aardgas.

Ondanks de winterse dagen wist de zonproductie toch de aandacht op zich te vestigen. Op 27 januari levereden de panelen op enig moment zelfs 60 procent van alle gebruikte stroom in Nederland. Over de wintermaand januari totaal produceerden zonnepanelen evenveel stroom als in de zomermaand juli 2019. Uiteraard is dat dankzij de enorme groei van het in Nederland opgestelde vermogen aan zonnepanelen.

Het aandeel groene stroom groeide ook in januari verder. Het kwam uit op ruim 45 procent. Dezelfde maand vorig jaar was dat 41 procent. Ook hier was windenergie de belangrijkste bron. Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) gaat ervan uit dat in 2030 gemiddeld 85 procent van de stroom uit hernieuwbare bronnen komt.

Hernieuwbare stroom is slechts een deel van de totale hernieuwbare energie. Het finale energiegebruik in Nederland bestaat uit drie onderdelen; warmte, 55 procent (vooral gebouwen en industrie), transport, 25 procent (vooral wegverkeer en vliegverkeer) en stroomverbruik, 20 procent.

Door electrificatie van de industrie, vervoer, koken en verwarmen zal het aandeel electriciteit groeien. Het PBL berekent dat dit in 2030 ongeveer uitkomt op 24 procent van het finale gebruik.