De komende tien jaar werken woningcorporatie ZOwonen en bouwondernemingen Van Wijnen en Heijmans aan de vernieuwing van enkele duizenden woningen in onder meer Sittard en Geleen. Vorig jaar las je in Renda hoe deze projectoverstijgende samenwerking op strategisch vlak tot stand kwam. Nu kijken we op tactisch niveau naar de concrete invulling van deze samenwerking.
Het grote voordeel van een langjarige samenwerking is dat de partners bij elk project leren en zo de samenwerking verder kunnen ontwikkelen. Op termijn gaan Heijmans en Van Wijnen de projecten onderling verdelen. De eerste grote renovatieklus - de acht Carmelflats in Beek - pakken Van Wijnen en Heijmans gezamenlijk op. Wij namen een kijkje in Beek en sloten aan bij Jo Schaekens, Projectleider van ZOwonen, Wil Vanwersch, kostendeskundige bij Van Wijnen en Koen Vermeer, Ontwerpleider Renovatie & Onderhoud van Heijmans. Samen met de ketenpartners bespreken we de ‘lessons learned’ tot dusver en onderzoeken we wat er in de volgende projecten beter kan en vooral ook hoe. Centraal in de samenwerking staat leren en evalueren. Fouten maken is niet het ergste, zolang deze fouten maar niet herhaald worden bij een volgend project. Dat onderscheidt een langjarig partnerschap van een incidentele samenwerking.
Wanneer organisaties die geen lange geschiedenis met elkaar hebben gaan samenwerken, zijn er in eerste instantie culturele verschillen te overbruggen. Zo ging dat ook bij ZOwonen en Heijmans. Voor Heijmans is het bijvoorbeeld belangrijk dat alle afspraken goed op papier staan. Vermeer: “Heijmans is procesgericht. Ik wil alles op voorhand strak ingericht hebben. Bij ZOwonen is die cultuur meer gebaseerd op vertrouwen. “Bij de Carmelflats bijvoorbeeld leidde dat ertoe dat ons werd gevraagd om te starten met de uitvoering, zonder dat alle benodigde handtekeningen van bewoners op papier stonden. Ik moet eerlijk zeggen dat ik daar wat moeite mee had.” Schaekens: “Het probleem was dat dit project al voor deze ketensamenwerking een tijd on hold had gestaan. Bewoners was van alles beloofd. We konden hen niet langer laten wachten.” Vermeer: “Dat heeft een aantal keer best druk gegeven. Contracten, handtekeningen, het kost allemaal tijd. Daar hebben we de nodige stevige discussies over gevoerd.” Die druk zorgde er wel voor dat er op tijd gestart werd, uiteindelijk mét handtekeningen van de bewoners. In die korte voorbereidingstijd kregen de partijen meteen een stoomcursus over hoe je met elkaar samenwerkt op basis van vertrouwen. Iets waar de partijen bij latere projecten alleen maar profijt van kunnen hebben.
Het terugdringen van kosten wordt vaak als argument gebruikt wanneer de voordelen van een langdurige samenwerkingen besproken worden. Toch is dat volgens Wil Vanwersch niet het uitgangspunt van deze samenwerking. Kosten beheersbaar houden; dat wel. Iets dat in de huidige marktsituatie en met steeds strenger wordende duurzaamheidseisen geen vanzelfsprekendheid meer is. “Door meer efficiëntie en standaardisering kunnen we tijdwinst en een vermindering van faalkosten realiseren. Daarmee kun je, een gedeelte van, de stijgende bouwkosten opvangen. Deze samenwerking moet echter vooral ten goede komen aan de bewoner. Een bewoner die steeds mondiger wordt, maar in sommige aspecten ook hulpbehoevender. Dat betekent dat je tijd moet investeren in die bewoner. Enerzijds door goed informeren, maar ook aan het ondersteunen van hulpbehoevenden wanneer dat nodig is in de voorbereiding op een renovatie. En dat is alleen betaalbaar wanneer je het proces efficiënter inricht. Dat kan door de rolverdeling op sommige vlakken aan te passen.”
Reacties