Het mag duidelijk zijn, we hebben een klimaatakkoord, en zelfs een 'klimaatminister'. Vooralsnog lijkt het erop dat we in 2030 een CO2-reductie van 49% behaald moeten hebben. Nu staan we op 13%, en volgens Urgenda zouden we op 25% moeten zitten. Kortom: we moeten flink aan de bak. Er wordt grote druk gezet op corporaties om hun bezit te verduurzamen. Maar er is nóg een partij waar een groot deel van de opgave is neergelegd: gemeenten.
De landelijke opgave moet de komende tijd vertaald worden naar regionale plannen. Daar waar de verschillende sectoren afzonderlijke visies hebben opgesteld in de klimaattafels, is het nu aan de gemeenten om medio 2019 een eerste versie van de Regionale EnergieStrategie (RES) op te stellen, met een integrale visie hoe zij in de regio om willen gaan met de energietransitie. Denk aan oplossingen voor mobiliteit combineren met industrie, oplossingen voor landbouw combineren met de gebouwde omgeving, waarbij dit niet ten koste mag gaan van werkgelegenheid, concurrentie ten opzichte van andere regio’s en een gedragen oplossing biedt. Ga er maar aan staan!
Dit stelt gemeenten op dit moment voor twee belangrijke opgaven. Enerzijds dienen ze RES-plannen op te stellen en daarmee de lange termijnstrategie vast te leggen. Anderzijds moet nu al worden gestart met het mobiliseren en faciliteren van bewoners in de stad, en specifiek de eigenaar-bewoners. Hierbij ontstaat onvermijdelijk een spagaat tussen de lange termijn visie en de korte termijn actie.
We hebben een cultuur ontwikkeld waarin iedereen zijn zegje mag doen. Het opstellen van een RES gebeurt in overleg met veel partijen en het gevaar is dat al deze partijen alleen het eigenbelang beschermen. Het gevolg daarvan is dat daarmee het klimaatakkoord weer opnieuw wordt uitgevonden, alleen nu op regionaal niveau. Het opstellen van een RES kan alleen wanneer gemeenten een sterke regierol spelen en al een beeld hebben van de (on)mogelijkheden. Hiervoor is onderzoek nodig naar de kansen binnen een gemeente. Denk bijvoorbeeld aan de aanwezigheid van een bestaande energie infrastructuur, zoals een warmtenet, of een geplande renovatie in een buurt. In de serie artikelen ‘De smaken van energieneutraal’ zijn meer voorbeelden genoemd.
Binnen de RES-plannen worden onder meer afspraken gemaakt over de te volgen energiestrategie, zodat de betrokkenen in dat gebied zich hierop kunnen voorbereiden. Als gemeente heb je diverse stakeholders te bedienen. De bedrijven en boeren helpen bij het verduurzamen van de productie, maar gelijktijdig de particulieren faciliteren bij het verduurzamen van hun woning. En wat te denken van mobiliteit in en om de stad. Moet er een milieuzone komen, hoe wordt elektrisch rijden gefaciliteerd en welke rol speelt openbaar vervoer hierin? Al deze activiteiten liggen ver uit elkaar en vragen om verschillende kennis. Je moet als gemeente dus niet alleen organisatorisch, maar ook inhoudelijk wat in te brengen hebben. iso
Haico van Nunen
Reacties