De ambitie van overheden en bestuurders liegen er niet om. Sneller dan bewoners, beleidsmakers en marktpartijen kunnen handelen wordt de lat in no-time hoger gelegd. Je zou maar op dit moment als beleidsmaker bij een woningcorporatie, gemeente of provincie sturing moeten geven aan de ontwikkeling van een woningportefeuille.
Er zijn te weinig huurwoningen, maar er zijn ook te weinig locaties om nieuw te bouwen. Naast de roep om nieuwe woningen, vraagt de bestaande portefeuille om aandacht. Nou ja aandacht, voor de komende 30 jaar staan er in Nederland jaarlijks minimaal 160 nieuwbouwwoningen per werkdag gepland terwijl de renovatieopgave met 1.000 woningen per werkdag daar nog eens bovenop komt. Deels vanuit een onderhoudsopgave, maar vooral ook vanuit de beoogde doelen voor energiereductie die grotendeels in de bestaande portefeuille moet plaatsvinden. Energiereductie is niet altijd hetzelfde als aardgasvrij, en bovendien, alles wat je doet moet ook nog eens circulair zijn. Met al deze doelen mag de betaalbaarheid voor de bewoner niet in het gedrang komen. Je zou maar moeten sturen op bezit. Het ontbreekt op dit moment aan inzicht en tijd om eerst deze volledige opgave te bestuderen en het in één keer goed te doen. We moeten aan het werk en terwijl we werken met elkaar ontdekken wat potentie heeft voor herhaling en wat vooral niet!
Natuurlijk kun je op korte termijn keuzes maken die nu resultaat opleveren. De slechte woningen opwaarderen en de E-F-G labels wegwerken laat zien dat je nu op de goede weg bent. Maar wat wordt dan de volgende stap? Je gaat woningen waar je nu geld in hebt gestopt niet zomaar weer opnemen in je investeringsplannen. Dat kan alleen als je daar nu al over nadenkt. Daarnaast zijn er woningen waarbij direct op een hoog niveau geëxperimenteerd is. Nul-Op-de-Meter renovaties of andere hoog niveau renovaties zijn er wel, maar nog niet op grote schaal. De investeringen blijken te hoog en de resultaten zijn niet altijd bevredigend. Maar wat moet je dan wél doen als gemiddelde corporatie? Simpelweg afstoten en ‘goede’ nieuwbouw neerzetten biedt geen soelaas, en is enkel een druppel op een gloeiende plaat. Bovendien zadel je dan iemand anders met de ‘slechte’ woning op, vaak een particulier die de kennis en middelen ontbeert om er een goede woning van te maken. Een worsteling waar je als maatschappelijke organisatie niet zomaar een passend antwoord op hebt gevonden.
Haico van Nunen
Op dit moment gaat de meeste aandacht gaat uit naar de energietransitie. In 2050 mogen we nog maar een fractie van de CO2 uitstoten (voor energie en materiaal) van wat de woningen nu doen. In 2030 moeten volgens het Klimaatakkoord 1,5 miljoen woningen al substantiële stappen gemaakt hebben. Maar we verwarren deze opgave wel vaak met de opgave om aardgasvrij te worden. Nederland wil namelijk ook van het aardgas af, om niet afhankelijk te zijn van import of boringen in Groningen. Dat is de opgave voor de (proeftuinen) aardgasvrije wijken. Omdat het overgaan op een andere brandstof gepaard gaat met de keuze voor een alternatief, kunnen we gelijktijdig stappen maken in de CO2-reductie. Maar feitelijk zijn het twee verschillende opgaven. Dit is voor de bewoner natuurlijk niet uit te leggen en wordt gezien als een pot nat. Maar bij het opstellen van de warmtevisies is dit een essentieel onderwerp in de te kiezen strategie. Het verwijderen van de aardgasvoorziening is een opgave, maar als de bron die terugkomt een biomassa of energiecentrale betreft is nog maar de vraag wat daar de CO2-uitstoot van wordt. Plus welke gevolgen heeft dit voor de renovaties van het bezit wat er nu staat en komende jaren zal blijven staan?
Reacties