Log in
inloggen bij Renda
Hulp bij wachtwoord
Geen account?
shop word lid
Home / Artikelen

Zoektocht naar elkaars waarde

Evamarije Smit - 7 maart 2023

De energietransitie in de wijk biedt een mooie kans voor professionals om elkaar te leren kennen. En te werken met de diverse expertises als meerwaarde. Dat vraagt een onderzoekende en lerende houding, zegt Hanspaul Maarseveen, werkzaam bij welzijnsorganisatie Rijnstad in Arnhem.

Als opbouwwerker van Rijnstad is hij betrokken bij de energietransitie in de wijk Malburgen, een wijk met veel mensen die zich in een kwetsbare levenssituatie bevinden. Binnen de energietransitie focust hij zich op energiearmoede. Maar niet alleen. Maarseveen werkt vanuit het netwerk Arnhemse Aanpak Energiearmoede samen met de gemeente, De Energiebank, een energie-coöperatie, een woningbouwvereniging en nog enkele partijen. De samenwerking vraagt tamelijk veel van de betrokkenen en dat is logisch. De professionals kennen elkaars wereld niet, spreken niet dezelfde taal, hebben verschillende belangen, verschillende expertises en werken bovendien allemaal in een andere organisatiecultuur. Maar het kan wel, zoals het netwerk Arnhemse Aanpak Energiearmoede laat zien. Maarseveen: “Het vraagt van de betrokkenen dat ze bereid zijn om elkaar te ontmoeten. Met een open vizier, oprecht belangstellend met een lerende houding en op basis van gelijkwaardigheid.”

De Arnhemse Aanpak Energiearmoede

De Arnhemse Aanpak Energiearmoede richt zich tot huishoudens, die na het betalen van de vaste lasten, waaronder energie, onvoldoende geld hebben om te kunnen leven. Arnhemmers met een laag inkomen gaan daarin voor.

De gemeente Arnhem helpt samen met haar partners zoals de Energiebank regio Arnhem, Blauwe Wijk Economie, Stichting Rijnstad en woningcorporaties Portaal, Vivare en Volkshuisvesting het energieverbruik van deze huishoudens te verlagen. Zij krijgen het inzicht dat ze zelf iets aan hun verbruik kunnen doen. Ze worden gemotiveerd om aan de slag te gaan en komen (samen) in actie. De partners kennen elkaar en weten elkaar snel te vinden, zodat een inwoner altijd snel wordt geholpen. Zodoende wordt er gebouwd aan het sociale vangnet in de wijk.  

Sociale kant is meerwaarde

Je kunt namelijk veel van elkaar leren zonder dat je elkaars vak hoeft over te nemen, is de ervaring van Maarseveen. Toen hij twee jaar geleden in deze samenwerking stapte had hij de idee dat hij als sociaal werker alles van de technische kant van de energietransitie moest afweten. Zo verdiepte hij zich in de werking van een warmtepomp. Wijzer geworden zegt hij nu: “Onzin. Ik heb ontdekt dat het juist gescheiden moet blijven en dat ik sterk moet staan in mijn eigen expertise, namelijk de sociale kant van de transitie. Dat is mijn meerwaarde.”

Grofweg zijn er drie verschillende benaderingen vanuit de diverse samenwerkingspartners; een technische, procesmatige en een sociale. Maarseveen ziet twee verschijnselen bij zijn nieuwe samenwerkingspartners: ofwel wordt de sociale kant van een aanpak onderschat, ofwel overschat. De onderschatting van mensen die niet gewend zijn te kijken vanuit een sociaal perspectief denken al gauw ‘dat doen we wel even’. Een flyer, hier, een belletje daar, klaar. Een voorbeeld van overschatting is juist weer dat professionals met weinig ervaring ‘achter de voordeur’ de sociale problematiek  in een bepaalde situatie vaak groter inschatten dan daadwerkelijk het geval is. Als sociaal werker heb je geleerd door de vooroordelen heen te kijken, kun je de situatie beter inschatten en de heb je een duidelijker beeld bij de benodigde aanpak.”

Zoektocht

Waar het in zijn ogen om gaat is dat je met elkaar tot een genuanceerd beeld komt van wat er werkelijk speelt in een complex, straat of wijk. Zo kan je steeds de beste benadering kiezen om mensen in diverse wijken te betrekken en/of te helpen bij het energievraagstuk. In een samenwerking is het essentieel dat je met elkaar deze zoektocht onderneemt. Waarbij je je steeds afvraagt wat is de toegevoegde waarde van een opbouwwerker of sociaal werk? En hoeveel heb je daarvoor over? Hij zegt: “Je maakt afwegingen. Om bij huishoudens en in de wijk gedragsverandering te stimuleren kun je kiezen voor het uitdelen van een x-aantal energieboxen of voor de vergoeding van uren van een sociaal werker.”

De vervolgvraag is hoe je die keuze goed maakt. Hoe bepaal je die toegevoegde waarde? En wie bepaalt dat? Maarseveen geeft een kijkje in de keuken bij Arnhemse Aanpak Energiearmoede: “Dat vraagt om een open gesprek waarin empathisch vermogen, luisteren, begrip en het uitstellen van je oordeel belangrijke vaardigheden zijn. Maarsseveen: “Mijn ervaring is dat een projectleider strak stuurt op resultaten en de snelheid van het proces. Vanuit welzijnswerk bestaat er een meer onderzoekende houding: hoe haal je zoveel mogelijk uit wat je tegenkomt in de wijk. Ik vind het heel mooi om meer te leren over sturing en resultaten en merk dat je over en weer veel van elkaar kunt leren.”

Volledige bericht lezen?

Het volledige item is gratis beschikbaar voor onze leden.
Nog geen lid? meld u aan bij ons netwerk.

Reacties

x Met het invullen van dit formulier geef je Renda en relaties toestemming om je informatie toe te sturen over producten, dienstverlening en gerelateerde zaken. Akkoord
Renda ©2024. All rights reserved.

Deze website maakt gebruik van cookies. Meer informatie AccepterenWeigeren