Vrijdag 9 oktober was het officieel: KnaapenGroep is het oudste familiebedrijf van Nederland. Bijna zes jaar werk ik er nu en de status van oudste familiebedrijf van Nederland (in jaren hoor, er zit een MT met een gemiddelde leeftijd van 35 jaar), zette mij toch een beetje aan het denken. De gemiddelde levensduur van een bedrijf is ongeveer vijftien jaar, KnaapenGroep bestaat al 363 jaar. Wat is haar geheim?

Vrijdag 9 oktober was het officieel: KnaapenGroep is het oudste familiebedrijf van Nederland. Bijna zes jaar werk ik er nu en de status van oudste familiebedrijf van Nederland (in jaren hoor, er zit een MT met een gemiddelde leeftijd van 35 jaar), zette mij toch een beetje aan het denken. De gemiddelde levensduur van een bedrijf is ongeveer vijftien jaar, KnaapenGroep bestaat al 363 jaar. Wat is haar geheim?

Er is nogal wat veranderd in die afgelopen 363 jaar. In de wereld, in de bouw… Van radicale veranderingen mag je gerust spreken. Het renovatiebedrijf heeft daar, in tegenstelling tot heel veel andere bedrijven, al die jaren flexibel in meebewogen.
Over familiebedrijven kom je altijd een paar succesfactoren tegen. Zoals de focus op de lange termijn, het belang van continuïteit boven winst, de generaties van kennis die in het bedrijf blijven en de vaak platte en snelle overlegstructuren. Dat gaat voor KnaapenGroep ook allemaal op. Maar er moet meer zijn, dacht ik. Ik herinnerde mij mijn eerste functioneringsgesprek. Ik was vol enthousiasme begonnen en volgens mij ging het best goed. Dat was ook zo, maar ik kreeg ook ‘kritiek’, namelijk: ‘Je maakt te weinig fouten’. Ik was verrast, hoe kun je nou te weinig fouten maken?
 
Dit voorbeeld is tekenend voor de manier waarop KnaapenGroep werkt en waar het in gelooft. “Bult op je kop en een nat pak”, zei Pieter Knaapen altijd. Het zouden zomaar ook de woorden van Bart Knaapen kunnen zijn, de huidige directeur. Fouten maken mag hier niet, het móet. Medewerkers hebben daardoor geen angst om te falen en ze hoeven zich ook niet steeds te verantwoorden. Iedereen voelt zijn eigen verantwoordelijkheid en heeft de ruimte om zich verder te ontwikkelen.
 
“Goed, ga maar bouwen”
Een gevolg daarvan, zo dacht ik verder, zijn de vernieuwingen waar het bedrijf steeds mee komt. Onze Bouwtool is er gekomen doordat uitvoerder Rolf Looman zich ergerde aan de oude werkwijze en systemen. “Goed,” zei de directie, “ga maar bouwen”. En onze bewonersbegeleidster Anneke Knaapen vond dat ze bewoners bij een renovatie eigenlijk veel overzichtelijker en per dag moest kunnen informeren. Zo ontstond de scheurkalender.
Op 19 november lanceren we tijdens Rendakaffee officieel ‘Over mijn huis’, een digitaal platform dat een compleet nieuwe manier van bewonerscommunicatie mogelijk maakt. Ontstaan vanuit mijn eigen behoefte aan meer gemak en overzicht in bewonerscommunicatie.
 
In onze branche spreken we graag over het belang van vertrouwen. Uitspreken dat je iemand vertrouwt, is echter heel wat anders dan dit in alles wat je doet tot uitdrukking laten komen. Als je tegen iemand zegt dat hij fouten mag maken, gaat dat veelal in tegen zijn of haar natuur. Je blijft toch denken: dat zegt hij nou wel, maar als het puntje bij paaltje komt… Heel anders is het als je tegen iemand zegt dat hij fouten móet maken. Dan ontstaat pas werkelijk ruimte om de nek uit te steken, te proberen en te testen en met nieuwe dingen te komen. Zouden we in de bouw niet eigenlijk wat meer fouten moeten maken in plaats van minder…?