In ons ongeduld was dit best een lastige vraag, maar wel een om rekening mee te houden. Met een verwijzing naar de – samen met andere publieke opdrachtgevers – door Aedes opgestelde gedragscode alleen waren we niet tevreden. Codes gaan pas werken als ze doorwerken in het DNA van een organisatie. Belangrijke elementen van de code publiek opdrachtgeverschap, die bij Aedes overigens nooit echt een formele status heeft gekregen voor zover ik weet, krijgen pas betekenis als ze worden ‘beleefd en geleefd’ door alle betrokkenen in de organisatie. Het gaat daarbij om maatschappelijke verankering, integriteit, betrouwbaarheid en transparantie en ondernemerschap. Een zaak van de lange adem en nog steeds een belangrijk aandachtspunt in ons eigen leerproces.
We worden geprikkeld kritischer te kijken naar de opdrachtgeversrol van de corporatie. Zowel in- als extern, maar vooral ook ten opzichte van bewoners en maatschappij. Met ketenintegratie en conceptueel bouwen verschuiven rollen en taken, maar ook verantwoordelijkheden. Bijvoorbeeld in renovatieprojecten zien we dat de rol van bewoners steeds belangrijker wordt. Dit vraagt van betrokken partijen een gezamenlijke oriëntatie op gedeelde waarden met betrekking tot klant, kwaliteit en rendement. Maar ook, heel plat: wie is, als het erop aankomt, uiteindelijk aanspreekbaar voor de bewoners als er iets misgaat?
Kortom, zowel voor opdrachtgevers als -nemers wordt het steeds meer een spannende opgave om te kunnen opereren in een omgeving die zich kenmerkt door een netwerk van wisselende coalities met steeds wisselende rollen, taken en verantwoordelijkheden. Dat kan alleen als het niet meer alleen om geld, prestige of technische hoogstandjes gaat, maar vooral om het genereren van maatschappelijke waarde.
Directeur van Futura
Reacties