In mijn optiek zijn er meerdere wegen die naar (in dit geval) Parijs leiden. De directe lijn waarbij alles in een keer moet, of een gefaseerde aanpak, waarin keuzes te maken zijn. Beide wegen zijn mogelijk. Bij de directe weg zijn er oplossingen waarbij je bijvoorbeeld in één keer een schil met nieuwbouwkwaliteit toevoegt aan het bestaande. Maar die directe weg is alleen in bepaalde situaties zinvol. Bijvoorbeeld als de staat van onderhoud om ingrijpen vraagt, als er een hoog energieverbruik is of wanneer bewoners ook de wens hebben om de woning drastisch aan te pakken. Wanneer in het verleden al aanpassingen zijn gedaan en de kwaliteit op onderdelen goed is, dan is zo’n directe aanpak toch minder zinvol. Je doet dan eerdere ingrepen teniet en verspilt daarmee grondstoffen.
Bij de gefaseerde aanpak ga je uit van hetgeen er al staat, dat vormt je vertrekpunt. Gebreken in de gebruikskwaliteit kunnen dan aanleiding geven om duurzame kwaliteit toe te voegen. Met dat in je achterhoofd kies je gebouwdelen uit die geschikt zijn om te vernieuwen tegen een betaalbare prijs, maar wel met een hoge kwaliteit om die stip te bereiken. Na verloop van tijd kondigt de volgende stap zich vanzelf aan om uiteindelijk bij de stip aan te komen. En ja, deze weg vergt wellicht meer tijd, maar het sluit wel beter aan bij woonwensen en de portemonnee, biedt ruimte voor individualiteit en kan bovendien optimaal gebruik maken van innovatie. Eigenlijk ben je door de stap-voor-stapaanpak bezig de woning gefaseerd op nieuwbouwkwaliteit te brengen, met zoveel mogelijk gebruik van het bestaande. En daar hangt in principe geen eindperiode aan. Je blijft er mee bezig om het wonen naar je wens te maken. En daar gaat het toch eigenlijk om, dat je met plezier woont.
Reacties