Daarbij gaat het meer om de wijze van organiseren; het hoe in plaats van het wat. Dit, terwijl de context waarin we werken nog steeds grondig wijzigt. Eenvoudig gezegd: de koek wordt kleiner. De financiële situatie van woningcorporaties wijzigt drastisch. Deels daarmee samenhangend wordt de betaalbaarheid voor een grote groep huurders een probleem. Dat vraagt om fundamentele keuzen van opdrachtgevers in renovatie en onderhoud.
Het vraagt echter ook om een strategische heroriëntatie van de bouwkolom. Flexibiliteit betekende tot voor kort nog vooral: differentiatie in de keuzen voor het kwaliteitsniveau van de renovatie. Meer of minder kwaliteit dus. Steeds vaker zal het in de nabije toekomst gaan om minder; in plaats van een renovatie wordt wat meer uitgesmeerd in onderhoud. Da’s even wennen. Misschien heel klassiek vraagt het erom vraag en aanbod in de renovatiemarkt op een meer effectieve manier bij elkaar te brengen. Een best zware opgave.
Alhoewel, door verschillende personen werd tijdens de Renda Denktank gememoreerd dat in projecten veel tijd wordt besteed aan het proces. Dat betekent winst, maar er gaat ook veel tijd verloren met het benadrukken van de unieke situatie van de opdrachtgever, die ook nog eens met unieke oplossingen wil komen. Terwijl we vanuit de praktijk weten dat opbouw van de voorraad nogal eenduidig in elkaar zit. In de uitgave ‘Essay, de toekomst van de woningvoorraad’* wordt dat nog eens heel duidelijk geïllustreerd.
Er liggen nogal wat concepten op de plank; componentrenovatie is sterk in ontwikkeling. Een prachtig voorbeeld vind ik persoonlijk het samenwerkingsverband Alliantie+. Maar we zijn er nog niet. Hoe brengen we die concepten tot leven? Dat vraagt een andere oriëntatie van zowel opdrachtgevers als bouwers. Mijn hoop is dat opdrachtgevers zich nog meer oriënteren op oplossingen in de markt en daar ook expliciet om vragen. En bouwers zullen zich moeten voegen in een andere rol. De opgave voor hen zal meer worden gedefinieerd vanuit gestandaardiseerde oplossingen.
Zonder het debat over de vorm, nieuwe samenwerkingsvormen en coalities, bewonersbetrokkenheid en oog voor de lokale situatie te verlaten, mag van mij het debat over de inhoud wat meer centraal komen te staan. Ik ben ervan overtuigd dat bij een sterkere oriëntatie op standaardisatie nog voldoende ruimte, energie, vakmanschap en werkplezier overblijft om specifieke problemen in specifieke situaties op te lossen.
Oud-directeur Futura, kernredactielid Renda
* Liebregts, M., Nunen, H. van, Essay, de toekomst van de woningvoorraad, Æneas uitgeverij, 2014.
Reacties