De nagelstudio is van een oude vriendin, Roxanne. Rox’s Nails opereert lekker vanuit huis, op de tweede verdieping van een eengezinswoning. Roxanne is maar wat blij dat ze deze verdieping van de woningcorporatie kon huren. Door de komst van haar tweede kindje moest ze de ingerichte praktijkruimte in haar huurhuisje opofferen voor de blauwe kinderkamer.
Oma Kamphuis woont op de eerste verdieping en is slecht ter been. Ze kon de trappen niet meer belopen, waardoor de tweede verdieping onbenut bleef. De woningcorporatie besloot deze verdieping te verhuren aan de schone nagelstudio van Roxanne.
Op de tweede verdieping in het naastgelegen pand zijn enkele bureaus te vinden, die op handige wijze zijn ingericht voor thuis- en flexwerkers. De wijk ontbeert namelijk specifiek ingerichte kantoren voor de, ook in de dienstverlening, almaar groeiende groep zelfstandigen zonder personeel.
Dit voorbeeld is een klassieke win-win-situatie. De corporatie biedt ouderen een plek om langer zelfstandig te blijven wonen en de vrijgekomen ruimtes worden verhuurd voor andere activiteiten.
Onder al deze flexibele bedrijvigheid woont ook opa Janssen. Hij is een volle neef van Jan die in ’68 de Tour wist te winnen. Opa Janssen heeft sterke genen, is goed ter been en smeert de bestelde broodjes voor de zzp-ers boven hem. Hij verdient zo wat bij bovenop zijn inmiddels aardig uitgeklede AOW. Verderop in de wijk staat in de achtertuin bij Hans en Yvonne een tijdelijke unit, gehuurd van de woningcorporatie. Hierin neemt Yvonne de zorg voor haar ouders op zich. Zo kunnen zij nog van een fijne oude dag genieten in een vertrouwde woonwijk met voldoende aandacht voor de dagelijkse beslommeringen.
Mijn beslommeringen beginnen weer als ik de voordeur open hoor gaan. Vrouwlief is terug van haar bezoek aan de nagelstudio. Op de bank ben ik voor de tv in slaap gevallen. Ik bedenk me dat het een mooie droom was. Wordt die droom voor 2020 nog werkelijkheid? Dat we wakker zijn geschud en ons realiseren dat renoveren meer is dan een warme winterjas over een woning leggen? Dat we ons bezit integreren in de realiteit van de nieuwe wereld? Dat we - in de bestaande en vertrouwde wijk - wonen, werken, verzorgen, de lach en traan samen kunnen brengen? Het blijft een nobel streven. Was het niet Willem Elsschot die in 1910 dichtte: “Tussen droom en daad staan wetten in de weg en praktische bezwaren?”
Reacties