Via energielabels, nul-op-de-meter en no-regret maatregelen werkt de corporatiesector inmiddels aan routekaarten naar een CO2-neutrale woningvoorraad. Een veelbelovende ontwikkeling gepaard gaande met de nodige uitdagingen. Minder stevig ingebed is de aandacht voor materiaalgebruik, laat staan circulariteit. Voor de een is het 'de druppel die de emmer doet overlopen', voor de ander 'valt alles op zijn plaats'. Hieronder een pleidooi voor het nemen van de hink-stap-sprong naar circulariteit. Volgens Lennart Zwijsen, adviseur techniek bij Mooiland, een kwestie van anticiperen.
NOOT VAN DE REDACTIE
Dit artikel staat ook in het eerste Renda magazine van 2019. Helaas is er in dit magazine een deel van de tekst uit dit artikel weggevallen. Deze tekst legt kort de vijf-stappen-strategie voor circulariteit uit. Hier lees je meer over deze strategie.
Het thema energie spreekt al jaren tot de verbeelding en heeft om bekende redenen zijn weg gevonden in wetgeving en beleid. Sinds de invoering van het energielabel in 2008 zijn corporaties aan de slag met het inventariseren en verbeteren van de energetische kenmerken van hun woningbezit. Gaandeweg groeide het spectrum aan energieprestatiedefinities van onder meer energielabel, EI, EPC, NOM en BENG, naar energie- en CO2-neutraal. In 2018 bundelde Aedes met een groot aantal corporaties de gezamenlijke opgave in de routekaart CO2-neutraal 2050; een echte mijlpaal. Eén ding is in elk geval duidelijk, we zullen ‘een forse hink’ op energie moeten maken, willen we toegaan naar een CO2-neutrale huurwoningvoorraad.
Interessant in de praktijk is dat hoe dichter we het ideaal van CO2-neutraal benaderen, vanuit het thema energie gezien, hoe sterker dit de vraag oproept of we nog wel duurzaam bezig zijn. Een dak vol zonnepanelen, een zolder vol installatietechniek, een gevel vol isolatie, is dat nou goed voor het milieu? Kunnen we daar comfortabel in wonen? Is dit de juiste investering van ‘die ene euro’ voor de langere termijn? Steeds meer corporaties zoeken naar een duidelijk afwegingskader dat hen ondersteunt bij het maken van de juiste keuzes bij verduurzaming. En steeds meer stakeholders vragen er om, zo ervaart ook Mooiland.
Zo is er in Den Bosch afgelopen jaar een duurzaamheidsakkoord getekend door de gemeente, het Stedelijk Huurdersplatform en corporaties Zayaz, BrabantWonen, Kleine Meierij en Mooiland. In dit akkoord staan afspraken op het gebied van energie en circulariteit voor de komende zeven jaar. “Het doel is om in 2050 alleen nog maar duurzame wijken te hebben. Zo hebben we onder andere afgesproken dat bij onderhoud of verbouwingen materialen zoveel mogelijk opnieuw gebruikt worden. En bij nieuwe woningen alleen duurzame materialen te gebruiken. Daarnaast werken we samen aan een manier om het energieverbruik omlaag én alle huizen aardgasvrij te krijgen. Ook in de gemeente Oss verwacht men binnenkort een vergelijkbaar akkoord te kunnen tekenen, waarbij partijen zich als doel stellen om in 2030 een volledige duurzame instroom van materialen te hebben binnen het sociale domein. Dat doen we vanuit gezamenlijkheid en een gedeelde taal”, vertelt Zwijsen.
Lennart Zwijsen
Reacties
Karel van Berk - het Zeel 06 maart 2019 13:11
Ik zie in dit artikel de opening om het echte biobased bouwen meer op de kaart te zetten. Een voorloper op dit gebied is Ecoplusbouw (Patrick Schreven). Wat ik van hem heb meegekregen is dat biobased bouwen ook leidt tot minder installatietechniek. Zelf heb ik dat inmiddels ook ontdekt bij het gebruik van vlaswol isolatie op het dak van mijn monumentale Graanmaalderij in Gouderak. Het wordt op een warme zomerdag enkele graden minder warm dan met chemische isolatieproducten. Ik hoefde mijn woning afgelopen zomer niet te koelen. Ecoplusbouw richt zich op de particulier maar kan zeker een inspiratie zijn voor de corporatiesector. Wellicht is het een gedachte om Patrick Schreven http://www.ecoplus-bouw.nl/ te vragen te reageren op dit artikel.