De zestiger jaren vertegenwoordigen een maatschappelijke omslag waar we anno 2011 met voldoening en trots op terugkijken. De popmuziek en jongerencultuur braken massaal door, de groei van de economie zorgde voor het begin van een structurele welvaartsstijging en de democratiseringsgolf maakte een eind aan de zuilen en de regenten. Nieuwe woonwijken weerspiegelen al deze aspecten van moderniteit en gaven aan de begrippen licht, lucht en ruimte een definitieve invulling. Eindelijk werd comfortabel wonen – naast de auto, tv en vakantie – voor een brede laag van de bevolking bereikbaar.
de sixties in woord en beeld6 renda special 2011/1
de sixties
in woord en beeld
De zestiger jaren verte-
genwoordigen een
maatschappelijke
omslag waar we anno
2011 met voldoening en
trots op terugkijken. De
popmuziek en jongeren-
cultuur braken massaal
door, de groei van de
economie zorgde voor
het begin van een struc-
turele welvaartsstijging
en de democratiserings-
golf maakte een eind
aan de zuilen en de
regenten. Nieuwe
woonwijken weerspie-
gelen al deze aspecten
van moderniteit en
gaven aan de begrippen
licht, lucht en ruimte
een definitieve invul-
ling. Eindelijk werd
comfortabel wonen
? naast de auto, tv en
vakantie ? voor een
brede laag van de
bevolking bereikbaar.
de sixties in woord en beeld renda special 2011/1 7
En nu, veertig jaar later, is de vraag wat er van de droom van een maak-
bare samenleving over is. Welke aanpassingen zijn nu nodig om in het
dagelijks leven van de 21e
eeuw hun bijdrage te kunnen leveren aan de
realisatie van de droom van zijn bewoners ? dat wil zeggen, een plek
waar men graag woont? Aan de hand van negen thema's wordt in beeld
gebracht wat er op dit moment te zeggen is over de zestigerjarenwijken.
UNiformitEit
De aanwezige uniformiteit van het doorzontype is dominant. En dan
gaat het niet in de eerste plaats om de plattegrond, want die spreekt
voor zich, maar om het beeld en de grootte. Het perceel van een
tussenwoning is in Nederland circa 150 m2
met voor- en achtertuin. De
begane grond varieert tussen de 45 m2
en 55 m2
bruto vloeroppervlak.
Er zijn drie dakkappen te onderscheiden. En dat is het! Als je dit op een
rij zet, is er voldoende mogelijkheid om in de toekomst te differenti?ren;
zowel qua uitbouw, aanbouw als dakopbouw is het volume met 50 m3
verder te vergroten, in totaal kan de woning van 300 m3
naar 450 m3
toenemen. Ook het beeld, ofwel de gevelarchitectuur, biedt alle ruimte.
Er is dus voldoende ruimte voor transformatie ? al of niet in combinatie
met een grotere mate van individualiteit ? van het bestaande beeld met
behoud van de oorspronkelijke eigenschappen `huisje, boompje,
beestje'. De plattegrond van de doorzonwoning heeft dus alle eigen-
schappen om de volgende generatie passend woonplezier te bieden.
tekst martin liebregts en sandra arts,
BouwhulpGroep BV
foto's roel simons
fUNctiEschEiDiNg
Nooit in de geschiedenis is de functiescheiding zo ver doorgevoerd als
in de stedenbouw van na de WO II. Zelfs het winkeltje op de hoek
verdween en werd ondergebracht op een centrale plek, veelal omringd
door kerk en school. Nu, zestig jaar later, ontstaan in de woningen aller-
lei thuiswerkplekken, meestal verborgen voor de bezoeker en alleen
herkenbaar aan een bordje bij de voordeur.
Elk stukje grond is in de naoorlogse periode bij wijze van spreken
bestemd voor wonen, speelgroen, kijkgroen, verblijfgroen, parkeren,
garages et cetera. Alles is geordend vanuit een visie van samenleven
die zijn tijd deels heeft gehad. De buurt, de wijk is nu eenmaal niet de
schaal waarop het leven zich momenteel afspeelt.
De organisch gegroeide stad als alternatief is niet te reproduceren.
DE UNiformitEit vaN hEt
woNiNgaaNboD Ofwel het
ontbreken van differentiatie.
Het merendeel van de
woningen is gebouwd voor
het doorsnee gezin met
twee kinderen, waarvan het
inkomen van de ouders niet
al te veel verschilde. Nu is
bijna 70 procent van de
huishoudens een- en twee-
persoons en is het verschil
in inkomen relatief groot.
moNofUNctioNalitEit
EN fUNctiEschEiDiNg
Het werken is bij de opzet
van de wijken bijna volle-
dig verdwenen of verban-
nen. Elke functie kreeg
zijn eigen zelfstandige
ruimte toebedeeld. In de
afgelopen decennia
hebben we ontdekt dat de
combinatie van wonen en
werken steeds belangrij-
ker wordt, nog versterkt
door de digitale wereld. En
winkelen doen we ook al
achter de pc.
de sixties in woord en beeld8 renda special 2011/1
Maar wel is het noodzakelijk in de monofunctionele wijken uit de naoor-
logse periode ? in het bijzonder die uit de jaren zestig ? meer ruimte voor
`leven' te scheppen. Het is noodzaak een lint van locaties en plekken te
benoemen, waar naast wonen ook andere activiteiten plaats kunnen
vinden. Hoofdroutes die zich zo kunnen ontwikkelen tot gebieden, die
meer het karakter van openbare ruimte krijgen dan van een gesloten
woonmilieu, en die zich tevens als beeld kunnen onderscheiden.
sobErE strENgpErsarchitEctUUr
Met de architectuur van de afzonderlijke woning is niets mis. De
verhoudingen van de gevels kloppen. Met zorg is er vormgegeven aan
de principes van het Moderne Bouwen. Alleen de hellende daken
verwijzen nog naar het verleden. In die zin onderscheiden de jaren
zestig zich van de periode erna, waarin er qua textuur en geleding vaak
minder respect was voor de wetten van de schoonheid.
Nog steeds kunnen de eenvoud en de herhaling beroeren als uitdruk-
king van een machine, de gelijkheid en de zoektocht naar de essenti?le
eenvoud. Maar de herhaling waarover het zich uitstrekt, is qua omvang
in de huidige beleving te groot. Het duidelijk te onderscheiden ensem-
ble ontbreekt als het ware en alleen de kenner ziet nog het verschil.
wiNkElcENtra
Het zijn de eerste winkelcentra die direct al ruimte boden aan de opko-
mende zelfbedieningsmarkt, en die door de flexibiliteit van de structuur
de mogelijkheden in zich droegen om zich aan te passen aan de veran-
derende omstandigheden. In de loop der jaren zijn de bakker, slager en
groenteboer verdwenen en zijn er meerdere supermarkten voor in de
plaats gekomen.
Het ideale eiland met de dagelijkse voorzieningen heeft een andere
context gekregen. De wereld is in de afgelopen vijftig jaar structureel
veranderd. De kunst is nu om de winkelcentra uit het verleden met het
herhalend beeld als eiland van voorzieningen een nieuwe plaats te
geven in de woonwijk van de toekomst. In combinatie met hoogbouw
ontwikkelen ze zich als nieuwe ori?ntatiepunten.
DE stEmpEl als stEDENboUw-
kUNDigE orDENiNg De wijk,
de buurt wordt een verzameling
van herhalende ensembles
waarbij verschillende woningty-
pen en buitenruimten als een
geheel worden vormgegeven.
Niet de traditionele steden-
bouwkundige elementen zoals
bouwblok, straat, laan, plein of
park zijn de bouwstenen, maar
een nieuw vormgegeven
eenheid met gemeenschappe-
lijke ruimte en woonstraten in
een herhalend patroon.
sobErE strENgpErsar-
chitEctUUr Die wordt
gekenmerkt door eenvoud,
herhaling en het ontbreken
van ornament. Zorgvuldig
vormgegeven in de lijn van
de moderne architectuur
zonder franje, vaak met
een hellend dak als verbin-
ding met het verleden.
de sixties in woord en beeld renda special 2011/1 9
wiNkElcENtra als EEN hErhalEND bEElD De concepten voor de
winkelcentra zijn de afgelopen vijftig jaar bijna niet meer veranderd.
Tot de vijftiger jaren vormden deze centra nog een onderdeel van
het stratenpatroon als een lint. Na 1960 worden het zelfstandige
eilanden, vaak ook nog naar binnen gericht. (foto boven)
hEt impoNErENDE groENcasco EN DE `lEgE' rUimtE Deze ruimten
met bomen van meer dan zestig jaar oud, en met afmetingen die
nooit meer ge?venaard zijn, vormen de basis voor het begrip licht,
lucht en ruimte. Ooit boden ze de gelegenheid tot allerlei vormen van
recreatie. Nu de bevolking gewijzigd is, vormen het `lege' ruimten.
de sixties in woord en beeld10 renda special 2011/1
stEmpEls
In de jarenzestigwijken probeerde men een scheiding aan te brengen
tussen het doorgaande autoverkeer en het wonen. Binnen de wijk-/
buurtuitvalswegen werden zich herhalende stedenbouwkundige eenhe-
den ? zogenaamde stempels ? aangebracht, met woonstraten en veelal
met gebruik van meerdere woongebouwtypen. Al het doorgaande
verkeer wordt buiten de buurt omgeleid, waardoor een rustig woonge-
bied is gerealiseerd met een zo groot mogelijke veiligheid voor de jeugd.
Elke buurt of wijk wordt gekenmerkt door zijn eigen specifieke stempels.
Maar voor bijna alle stempels geldt dat er woonstraten en/of woonerven
gerealiseerd worden, die vrij blijven van (doorgaand) gemotoriseerd
verkeer.
impoNErEND groENcasco
De groenvoorzieningen worden gedragen door bomen, die door hun
leeftijd indruk maken. Maar het gebruik van de voorzieningen is beperkt.
Ondanks de toename van het autogebruik blijven de buurten en wijken
toch een `leeg' beeld oproepen. Deels wordt dit veroorzaakt door de
afname van het aantal bewoners ? ongeveer een halvering ? en de
vervanging van gezinnen door een- en tweepersoonshuishoudens. Bijna
niemand is overdag aanwezig. Het is stil geworden. Met andere woor-
den, gebruikers van het verleden ? vaak moeders en kinderen ? zijn
verdwenen. En de auto's die 's avonds de omgeving in beslag nemen,
veranderen niets aan dit beeld. Het wordt dus belangrijk om vanuit het
nieuwe gebruik te kijken naar de beschikbare fysieke ruimte en te onder-
zoeken hoe deze beter benut kan worden. Het beter benutten begint
DE vErDwENEN, rEspEctiEvE-
lijk lEgE scholEN, kErkEN EN
bUUrthUizEN De ruimtelijke
ordening werd oorspronkelijk
ondersteund door een combina-
tie van centrale voorzieningen op
wijkniveau: kerk, school, buurt-
huis en winkels. Bijna al deze
voorzieningen verdwijnen voor
een deel. In de loop van bijna
vijftig jaar is de bevolking in de
wijk afgenomen met zo'n 40
procent (kleinere huishoudens)
en zijn de voorzieningen op een
andere schaal georganiseerd.
DE opkomst vaN DE gamma-
cUltUUr Ooit was de liguster-
en beukenhaag naast de gemet-
selde muur de scheiding tussen
openbare en priv? ruimte. Een
soort nieuwe nette soberheid
doet zijn intrede door de houten
erfafscheiding die steeds meer
het beeld van deze wijk domi-
neert en het beeld verarmt.
de sixties in woord en beeld renda special 2011/1 11
met de (her)waardering van het aanwezige groencasco. In dat opzicht
zijn het imponerende wijken met bomen van vijftig tot zestig jaar oud.
vErDwENEN kErkEN
De ontzuiling heeft ertoe bijgedragen dat de kerken leegliepen en over-
bodig werden. In de afgelopen decennia heeft dit veelvuldig geleid tot
sloop en de bouw van appartementen. Hierdoor is er niet eens ruimte
ontstaan voor een eigen geschiedenis van de wijk. De kerken verdwenen
binnen dertig jaar na hun bouw. Juist de gebouwen die zich qua architec-
tuur en aandacht onderscheidden van de omgeving, vielen onder de
slopershamer. Nog voor de bewoners gewend waren aan de architectuur,
stond er al iets nieuws ? vaak vlak, met weinig zeggingskracht.
Hetzelfde geldt voor de schoolgebouwen, die versneld verdwijnen. Men
vergeet dat kerken en schoolgebouwen essenti?le onderdelen zijn van
het collectieve geheugen. Veel bewoners hebben er een relatie mee.
En alleen daarom al zouden we er extra zorgvuldig mee om moeten
gaan. Wil een buurt of wijk een plek worden om te wonen, dan zal er
ruimte moeten zijn voor dit geheugen.
aUto's iN hEt gEliD
De visie op de parkeerbehoefte anno jaren vijftig, toen de plannen voor
de jarenzestigwijken werden ontwikkeld, is beperkt. Voor parkeren
werd gerekend op 1 auto op 8 arbeiderswoningen en 1 auto op 3
middenstandswoningen. Dus minder dan 0,2 auto per woning. Deze
terugblik is bedoeld om te laten zien dat de oorspronkelijke idee?n
achter de fysieke woonomgeving totaal achterhaald zijn, maar dat de
omgeving er nog steeds staat en functioneert. Deze kennis kan helpen
om opnieuw naar de zwakke en sterke kanten van de huidige wijken te
kijken en wat resteert, is de fysieke structuur in een nieuwe maatschap-
pelijke context. Uiteindelijk is het oorspronkelijke organisatieprincipe
verdwenen (de kerk, school en dergelijke) en heeft de auto een onver-
wachte dominante plaats ingenomen. Oorspronkelijk weerspiegelden
de garages het autogebruik (0,2 per woning), nu staan de auto's op
straat in het gelid opgesteld (0,9 per woning).
opkomst vaN DE gamma-cUltUUr
In de jaren vijftig en zestig domineerde de ligusterhaag de tuinen van de
rijtjeswoning, soms afgewisseld met meidoorn, beukenhaag of laurier-
kers. Het groene karakter van de wijken werd er extra door versterkt.
Een goed geknipte ligusterhaag was de trots van bijna elke bewoner.
De bewoners waren een soort pioniers, die de grootschalige stadsuit-
breidingen gingen bewonen. Zij combineerden de nieuw verworven luxe
met de traditie uit het verleden. De ligusterhaag was hiervoor het
symbool. De paaltjes met draad vormden de lijn waarop de plantjes
uitgezet werden. Maar nu, zoveel jaren later, is er veel veranderd. De
bewoner woont meer op zichzelf en van een gemeenschap is niet
zonder meer sprake. In zo'n situatie probeert eenieder zo veel grond
goed omheind te krijgen door de nieuwe Gamma-cultuur, met uniforme
houten erfafscheidingen.
aUto's EN garagEs iN hEt gEliD Het aantal
auto's is sinds de bouw van deze wijken veracht-
voudigd. Door de bouw van garages, die in de
stempel een ordenende rol spelen, werd hier
enigszins op geanticipeerd. Ook de auto kwam
voor het volk steeds meer binnen handbereik.
Reacties