Voor de verduurzaming van gespikkeld woningbezit bestaan in de praktijk vier strategieën. Bepalend is wie de regie heeft en op welke schaal en in welk tempo de verduurzaming wordt uitgevoerd. Dat concluderen onderzoekers van Het lectoraat Nieuwe Energie in de Stad van de Hogeschool Utrecht en het Lectoraat Gebouwde Omgeving van Avans Hogeschool. In dit artikel delen we de verschillende strategieën en komen ook twee voorbeeldprojecten aan bod.
Bij gespikkeld bezit staan particuliere koop- en sociale huurwoningen door elkaar in appartementencomplexen of rijtjeswoningen. Dit levert een minder eenvormig straatbeeld dan wanneer alle woningen in het bezit zijn van woningcorporatie en ook op eenzelfde manier worden onderhouden en opgeknapt.
De energietransitie vraagt om een grondige renovatie van bestaande woningen. In Nederland gaat het onder meer om miljoenen rijtjeshuizen, die van origine vaak volledig in het bezit waren van woningcorporaties, maar inmiddels veelal gespikkeld bezit zijn. Waar bij een verduurzamingsaanpak van een hele wijk sociale huurwoningen vaak in een keer een flinke energielabel verbetering voor alle woningen wordt gerealiseerd is dit bij gespikkeld bezit lastiger. De corporatie is verantwoordelijk voor de huurwoningen maar mag rechtstreeks geen aanbod doen aan de verkochte woningen en de mogelijkheden voor particulieren om (gedeeltelijk) mee te doen zijn meestal beperkt. Gespikkeld bezit belemmert dan de beoogde grootschalige woningrenovaties waarbij alle woningen tegelijk aangepakt worden. Dat leidt tot vertraging van de energietransitie in de bestaande bouw.
Reacties