De keuze was aan de bewoners: renovatie of nieuwbouw. Het herstructureringsproject voor de Enschedese wijk Velve-Lindenhof leverde 25 gerenoveerde woningen en 211 nieuw te bouwen woningen op. Voor 1 van de 2 typen gerenoveerde woningen is een EPC van 0,4 gerealiseerd. Drijfveren voor woningcorporatie De Woonplaats waren maatschappelijke verantwoordelijkheid, voorop lopen op het gebied van duurzaamheid en waardecreatie.
nr 1 2011 project 10912
De keuze was aan de bewo-
ners: renovatie of nieuw-
bouw. Het herstructurerings-
project voor de Enschedese
wijk Velve-Lindenhof leverde
25 gerenoveerde woningen
en 211 nieuw te bouwen
woningen op. Voor 1 van de
2 typen gerenoveerde
woningen is een EPC van
0,4 gerealiseerd. Drijfveren
voor woningcorporatie De
Woonplaats waren maat-
schappelijke verantwoorde-
lijkheid, voorop lopen op het
gebied van duurzaamheid en
waardecreatie.
enschede
velve-lindenhof
project
109
tekst wilbert leistra
foto's norbert duijvelshoff,
nddi design & imaging
nr 1 2011project 109 13
Velve-Lindenhof heeft van oudsher geen beste naam. De wijk in
Enschede is een zogenoemde Vogelaarwijk. Zo'n zeven jaar geleden
wilde Vogelaar, toenmalig minister van VWS, achterstandswijken een
boost geven. Op sociaal gebied is daar in Enschede invulling aan gege-
ven door wijkcoaches aan te stellen. Fysiek was het zaak om de
bestaande woningvoorraad aan te pakken. Namens woningcorporatie
De Woonplaats is Bart Jonker als ontwikkelingsmanager bij het
herstructureringsproject betrokken geweest. "Voor Velve-Lindenhof is
een nieuwe stedenbouwkundige opzet gemaakt. De naoorlogse wijk
was te dicht bebouwd, de infrastructuur moest ruimer van opzet
worden. Meer ruimte en meer comfort", legt hij uit. Deze ruimte werd
gecre?erd door in de nieuwe opzet zo'n honderd woningen minder te
plannen.
AfWEging
Bij een herstructurering beslist de woningcorporatie doorgaans voor
sloop en nieuwbouw of voor renovatie. Voorwaarde is dat 70 procent
van de bewoners moet instemmen met de plannen om ze te kunnen
uitvoeren. Deze afweging voor nieuwbouw of sloop heeft De Woon-
plaats bij de bewoners neergelegd. "Wij hebben eerst een woonwens-
onderzoek verricht en een ontwerpbijeenkomst voor de bewoners geor-
ganiseerd. De resultaten hiervan hebben geleid tot voorlopige schetsen
met de bijbehorende gevolgen voor de huurders. Op basis hiervan is
aan hen de keuze voorgelegd: wilt u een nieuwbouwwoning of wilt u dat
uw huidige woning wordt gerenoveerd?", legt Anne-Marie Idink uit. De
projectmanager van de Enschedese corporatie voegt eraan toe: "De
bewoners kregen de garantie dat ze in geval van nieuwbouw in een
straal van twintig meter van hun huidige woning zouden komen te
wonen. De boodschap luidde: `de mensen uit je directe omgeving die je
nu kent, komen in de nieuwe situatie ook bij u in de buurt te wonen'.
Deze garantie was een belangrijke toevoeging om de cohesie in de
buurt te behouden. Wij wilden geen leegloop bewerkstelligen."
Per woningblok bepaalde de meerderheid de keuze van nieuwbouw of
renovatie. Het resultaat viel duidelijk in het voordeel van nieuwbouw.
"Qua individuele keuze was de verdeling 70 procent voor nieuwbouw
en de rest voor renovatie, maar op blokniveau was ruim 90 procent
voor nieuwbouw. Het gevolg van de stemming was dat van de
oorspronkelijk 337 woningen 211 nieuw werden gebouwd en 25 op de
nominatielijst van renovatie kwamen te staan", aldus Idink.
Het resultaat leverde volgens Jonker een stedenbouwkundig lastige
puzzel op. "Je hebt namelijk te maken met terugkeerders die in een
nieuwbouwwoning moeten worden geplaatst op ongeveer de zelfde
plek als waar hun oude woning stond, maar niet alle huurders komen
weer terug. Hun woningen moeten in de verkoop." Voordeel is volgens
hem dat het sociale beeld van de buurt verandert. "Het patroon van
sociale huurwoningen wordt doorbroken. Je krijgt een versnippering
van huur- en koopwoningen, met als gevolg een ander publiek dat op de
buurt afkomt. Je kunt overigens aan de voorzijde van de woningen
geen verschil tussen huur en koop zien. Het verschil zit hem meer in de
opties. Dit leverde ons overigens een reactie van de verkopende make-
laar op: `Hoe moet ik deze huizen verkopen als er geen fysiek verschil
tussen huur en koop is?', klaagde hij. Je moet echter ook de huurders
in staat stellen om hun woning te kopen, vinden wij. Ons credo luidt niet
voor niets `zelfstandigheid, zelfredzaamheid en eigen verantwoordelijk-
heid'. Wij willen eigen bezit stimuleren. Daarom hebben we een koop-
regeling ontworpen die de bewoners een scherpe korting kan opleve-
ren."
BouWPAkkEttEn
De 25 renovatiewoningen zijn in 2 types onder te verdelen, zoge-
noemde Aireywoningen ? door De Woonplaats ook wel Grijsbouwwo-
ningen genoemd ? en Roodbouwwoningen. Het eerste type stamt uit
1955 en was oorspronkelijk in gebruik als noodvoorziening na de
oorlog. "Het betreft een prefab bouwsysteem dat is opgebouwd uit
dragende gevels van lichte betonstijlen met dunne betonplaatjes aan de
buitenzijde, bimsbetonnen binnenspouwbladen en kunststof kozijnen in
De Roodbouw-
woningen zijn van
energielabel F naar
EPC 0,4 (Energie-
label A++) gebracht.
nr 1 2011 project 10914
betonnen omkadering. Stalen liggers vormen de vloerconstructie en de
woningscheidende wanden zijn van sintelbetonblokken. Deze bouwpak-
ketten waren eigenlijk voor een periode van 15 jaar bedoeld, maar ze
staan er nog steeds. Ze hebben echter een vrij kleine indeling, een
sterk verouderde afwerking ? zowel binnen als buiten ? en ze zijn ener-
getisch erg slecht.", legt Jonker uit. De Roodbouwwoningen hebben
een beduidend grotere plattegrond, vertelt Idink. "Het zijn 2- tot
4-onder-1-kapwoningen uit 1925 met metselwerk spouwmuren en
Mansarde kappen met rode dakpannen. Zowel aan de voor- als de
achterkant zijn de daken voorzien van dakkapellen en aan de achterge-
vel zijn de huizen uitgebouwd voor een keuken en badkamer. Dit is
tijdens een renovatieronde in de jaren 80 gedaan."
Voor beide typen is een aantal ontwerpuitgangspunten opgesteld. "Het
ontwerp moest stoer zijn, weg met de lulligheid. De woningen moesten
een maagdelijk strak uiterlijk krijgen als ware het nieuwbouwwoningen.
Dat stond voorop", vertelt Idink. "Verder mochten er geen onnodige
ornamenten worden toegepast, mocht het ontwerp contrasteren met
de nieuwbouw als een soort beschermd erfgoed en moesten de bewo-
ners trots zijn op het eindresultaat." Deze uitgangspunten zijn door
Architectenbureau Anton de Gruyl verwerkt in het ontwerp.
EPC
Uitgangspunt voor de renovatie van de woningen was een EPC van 0,4.
"Zonder noemenswaardige huurverhoging", voegt Jonker er snel aan
toe. "Wij hanteren namelijk een breder kader dan alleen een rekenma-
chine. Als De Woonplaats willen wij waar mogelijk wat betreft milieu-
winst en op het gebied van duurzaamheid voorop lopen. Als wettelijk de
norm een EPC van 0,8 is, dan gaan wij voor de helft. Wij willen een
woning met een EPC van 0,4 die prettig leefbaar is. Hiervoor willen we
een stuk innovatieve ontwikkeling stimuleren."
In de praktijk betekende het dat de woningen van energielabel F naar
EPC 0,4 (Energielabel A++) moesten worden gebracht. "We hebben
gekozen voor een voorzetgevel EPS-isolatieplaat met een isolatiedikte
van 150 mm en afgewerkt met speciale steenstrips. Bijkomend voor-
deel zou zijn dat de kozijndetails op de meeste plaatsen hierdoor veel
gunstiger werden", zegt Idink. "De kozijnen zouden namelijk tegen de
oude kozijnen kunnen worden gemonteerd die als stelkozijn worden
gebruikt. Doordat de isolatie dikker was, bleef een negge over van 60
mm, met als gevolg het ideale standaarddetail voor elke renovatie.
Helaas bleek de praktijk anders en was in de meeste gevallen toch
maatwerk geboden. De opwaardering naar EPC 0,4 was sowieso alleen
mogelijk voor de Roodbouwwoningen. Voor de benodigde installaties ?
mechanische ventilatie met warmteterugwinning, zonneboiler en PV
panelen ? was niet voldoende ruimte in de plattegrond van de Aireywo-
ningen. Bovendien was de dakconstructie niet bestand tegen het plaat-
sen van de panelen. Daarom hebben we besloten alleen het totale
pakket van maatregelen toe te passen op de Roodbouwwoningen en
voor de Grijsbouwwoningen genoegen te nemen met een minder uitge-
breid pakket en dus ook een lager energielabel, namelijk A."
VoorDEEL
Het voordeel van de renovatiemaatregelen ligt bij de huurders, zeker bij
die van de Roodbouwwoningen. Meer comfort tegen ongeveer gelijk-
blijvende huur en tegen lagere energiekosten, dat wil iedereen toch
wel? Zeker als de corporatie betaalt. "Je vraagt je natuurlijk af waarom
we dit doen. De kosten kunnen wij nooit verhalen op de huurders, of je
nr 1 2011project 109 15
moet de huren flink verhogen en dat willen we absoluut niet. Toch zijn
we zeer zeker niet gekke Gerritje, we hebben wel degelijk nagedacht
over de waardeontwikkeling van de woningen. Bij mutatie worden geen
huurders gezocht, maar wordt het huis in de verkoop gedaan. Door de
ingrepen is ons bezit meer marktconform geworden, de exploitatie is
namelijk leidend voor de marktwaarde. Nu nog niet, maar ik ben ervan
overtuigd dat deze ontwikkeling in de nabije toekomst zal doorzetten.
Dan zal onze concurrentiepositie alleen maar sterker worden. Of de
huurders blijven langer zitten, of we hebben een woning die heel goed
verkoopbaar is", zegt Jonker stellig.
Het draagvlak onder de bewoners was volgens Idink hoog tijdens het
renovatietraject. "Door de bewoners direct vanaf het begin te laten
participeren, onder andere in het keuzeproces, cre?er je een groot
draagvlak. Mensen hebben het gevoel dat ze als het ware zelf meewer-
ken aan hun eigen renovatie. Zo'n draagvlak is ook nodig, want de
bewoners moeten toch zo'n vijf maanden over naar een wisselwoning,
dat is niet niets. Het is erg belangrijk om gedurende het hele proces
goed te communiceren, vooral over de verwachtingen die bij de bewo-
ners leven. Veel mensen hebben namelijk de verwachting dat ze na de
renovatie in een nieuwbouwwoning terecht komen. Als dat besef er niet
is, kunnen kleine tegenvallers extreem worden uitvergroot." Als voor-
beeld noemt Idink een bijstelling tijdens de uitvoering. "Oorspronkelijk
zouden we alleen de schil van de woning aanpassen en de keuken,
badkamer, toilet en de cv-installatie vernieuwen. Tijdens het proces
hebben we besloten om ook de leidingen en de radiatoren te vernieu-
wen. Een hoop extra werk met een beter resultaat voor de bewoner,
maar toch krijg je achteraf klachten over draadjes die wel of niet loshan-
gen." Dat sommige bewoners met hun grieven de weg naar de pers
gemakkelijk konden vinden, is ook bij De Woonplaats niet onopgemerkt
gebleven. "We hebben inderdaad aardig wat krantenartikelen voorbij
zien komen, maar dat hou je altijd wel. Zeker met de kritische bewoners
uit deze wijk, ze weten heel goed wat ze willen en bij elk vermoeden
van onrecht gaan ze er vol voor", aldus Idink. Inmiddels is alles weer
pais en vree tussen corporatie en huurders. "We hebben voor de jaar-
wisseling nog een extra inventarisatieronde gemaakt en een inhaalslag
met aanpassingen gemaakt", besluit Jonker.
ExtrA onLinE
Op www.renda.nl kunt u de
projectgegevens en de plat-
tegronden van dit project
bekijken. In de projectendata-
base vindt u alle tot nu toe
geregistreerde renovatiepro-
jecten. Wilt u ook uw project
laten documenteren? Stuur
dan een mail naar renda@
aeneas.nl.
"We zijn zeer zeker niet gekke
Gerritje, we hebben wel degelijk
nagedacht over de waardeont-
wikkeling van de woningen. Bij
mutatie worden geen huurders
gezocht, maar wordt het huis in
de verkoop gedaan", aldus
ontwikkelingsmanager Jonker. "Het ontwerp moest stoer
zijn, weg met de lulligheid.
De woningen moesten een
maagdelijk strak uiterlijk
krijgen als ware het nieuw-
bouwwoningen. Dat stond
voorop", vertelt projectma-
nager Idink.
Jonker: "De bouwpakketten uit 1955
waren eigenlijk als noodvoorziening voor
een periode van vijftien jaar bedoeld, maar
ze staan er nog steeds. Ze hebben echter
een vrij kleine indeling, een sterk verou-
derde afwerking ? zowel binnen als buiten
? en ze zijn energetisch erg slecht."
Reacties
wieger - atelier bronstring 18 juli 2017 10:20
prachtig renovatieproject