Log in
inloggen bij Renda
Hulp bij wachtwoord
Geen account?
shop word lid
Home / Columns

Het draait om een Gesamtkunstwerk

Jan Willem van de Groep
De afgelopen weken is de discussie fors opgelaaid, over de rol van architecten bij de vormgeving van industrieel te vervaardigeden renovatie- en gebouwoplossingen. Eén ding staat vast: de wereld die nooit meer terugkomt is die van bouwheer. Met deze bijdrage doe ik een poging de wereld van een designer in de bouwindustrie te schetsen.

In de bouwsector is de vergelijking met de auto-industrie voor enkelen een geliefd tijdverdrijf. Voor anderen is het lastig om een analogie te zien tussen ambachtelijk bouwen, geliefde architectuur en industrieel produceren. Weer anderen worden boos en stellen dat ieder bouwwerk het kenmerk heeft van een conceptcar.

Het industrieel produceren van complete huizen en complete renovatieoplossingen is echter dichterbij dan ooit. Nieuwe procestechnologie, sociale innovatie en een crisis hebben daarvoor gezorgd.

Ik vergelijk de huidige bouwpraktijk graag met de automotive ‘industrie’ van begin 20ste eeuw. Er waren toen zo'n 4000 smederijen die postkoetsen ombouwden naar auto's. Design speelde nog geen grote rol, ondanks het feit dat er in die tijd best fraaie postkoetsen werden gebouwd. Design werd pas belangrijk toen er concurrentie ontstond en er steeds beter werd gekeken naar de behoefte van klanten. Natuurlijk niet de behoefte van gisteren en vandaag, maar die van morgen en overmorgen. Design werd het onderscheidend vermogen van een product, het wezen van een merk waar je je als klant mee kon vereenzelvigen.

De noodzaak om industrieel te produceren

Industrieel produceren en daarop gericht ontwerpen, zijn nodig om als bouwsector duurzame stappen te kunnen maken en geloofwaardig te blijven in de ontwikkeling van een optimale verhouding tussen prijs en kwaliteit. Betere spullen tegen lagere prijzen met gegarandeerde prestaties, is het mantra van de markt. En dat kan. De bouwsector maakt zich maatschappelijk relevant, door te erkennen dat een verbetering van de prijs-prestatieverhouding groter dan 50% nodig is om mensen een woonkwaliteit te bieden die past bij deze tijd. Het zou voor de sector onverteerbaar moeten zijn dat half Nederland op dit moment nog woont in oncomfortabele, lekke en ziekmakende woningen.

In de bouw maken we best mooie postkoetsen. We hebben echter nog weinig ervaring met productie aan de lopende band. Laat staan dat we inzicht hebben in de ontwerpvraagstukken die op ons afkomen als er op grote schaal of met een 3D-printer gaat worden geproduceerd. Waarom zouden we nog raamopeningen met kozijnen nodig hebben als er onder geconditioneerde omstandigheden wordt geproduceerd? Hoe vervangen we gevelafwerkingen met materialen die printbaar zijn, zonder af te doen aan de hoogwaardige esthetische uitstraling van de oplossingen die we nu kennen? En hoe kunnen klantmodificaties worden vormgegeven, zonder de mogelijkheid om zo veel mogelijk product-marktcombinaties te maken op één productielijn te verkleinen? Vraagstukken waar architecten nog nooit mee zijn geconfronteerd.

De designer als spil in het proces

Bij Audi is de senior-designer de spil voor de ontwikkeling van nieuwe concepten. Alles draait om design en kwaliteit. Voordat een nieuw automodel op de markt komt, gaan er eerst vijf jaren van design, ontwikkeling en testen overheen. Bij Audi noemen ze dat ook wel ‘van-A-tot-Z-design’. Design is daarbij ook altijd gekoppeld aan de produceerbaarheid van de auto binnen een productielijn. Woonproducten kunnen op dezelfde manier worden ontwikkeld, met de senior-designer als spil in het proces. Design als verbinding tussen techniek, klant, schoonheid en productie. Het scheiden van ontwerp, engineering en fabricage is in de auto-industrie niet meer voor te stellen. Het draait om een Gesamtkunstwerk.

Krijgen we dan een eenheidsworst aan gebouwen voorgeschoteld? Nee, juist niet. De grootste misvatting van industrieel produceren is wel dat alle gebouwen er hetzelfde uit komen te zien. Industrialisatie vergroot juist de mogelijkheid van mass customization. De klant staat centraal en krijgt een grotere keuzemogelijkheid voorgeschoteld. Biedt het ene merk onvoldoende toegevoegde waarde dan zal de gewenste woonbeleving zeker te vinden zijn bij andere merken.

Vormgeven aan de leefomgeving

Een huis of een gebouw is een gebruiksvoorwerp als ieder ander. Er is echter wel een belangrijk onderscheid. De vormgeving van gebouwen bepaalt in grote mate de kwaliteit van leven en van de leefomgeving. Dat wil zeggen dat designers van gebouwen een bijzondere maatschappelijke verantwoordelijkheid hebben. Naast gezonde, veilige en comfortabele gebouwen, moeten ze ook zorgen voor een benadering waarin leefplezier centraal staat. Een gebouw heeft een context. De opgave is dus om binnen die context en met op klantkeuze gebaseerde fabricage, het woongenot te verbeteren en betaalbaar te maken. Senior-designer van een huizenmerk, je zult het maar mogen zijn!

Programmaregisseur Energiesprong, onderdeel van Platform31

Reacties

Renda ©2024. All rights reserved.