Het is dus van belang om oude constructie- en bouwkundeboeken zoals Wattjes, J.J.Vriend en Jellema goed te bewaren, zodat er in ieder geval nog theoretische kennis is over bijvoorbeeld kalksponningen en de aansluitingen van kozijnen in steens muren. Dit zijn voor de oudere lezers voor de hand liggende begrippen, maar de jonge beroepsbeoefenaar is opgegroeid met het casco van kalkzandsteen en met montagekozijnen.

Niet alleen algemene bouwkundige kennis, maar ook projectspecifieke kennis moet bewaard worden voor het nageslacht. Veel van deze kennis staat nu te verstoffen in boekenkasten, maar is hard nodig bij de aanvang van renovatieprocessen. Het is van belang om bij opeenvolgende renovaties te weten wat de mogelijke oplossingen zijn geweest en wat er nu echt is toegepast. Wat zijn de overwegingen geweest om besluiten te nemen en wat kunnen we hiervan nog (opnieuw) gebruiken? Ook de parate kennis die bij de oudere professional aanwezig is, moet gedeeld worden. Deze kennis moet doorgegeven worden aan de volgende generatie.

Alleen zo zijn we in staat om te leren van het verleden en voort te bouwen op de al vergaarde kennis en ervaring. Dit voorkomt dat onderzoek en renovatieprocessen weer van voor af aan moeten beginnen. Niet alleen het vergaren en bewaren van al deze kennis is dus van het grootste belang, maar juist het ontsluiten van al deze kennis is iets wat serieus genomen moet worden.

Docent bouwtechniek en architectuur, Hogeschool Utrecht