Log in
inloggen bij Renda
Hulp bij wachtwoord
Geen account?
shop word lid
Home / Columns

Ruïnovatie! Het gras bij de buren is bruiner

Reimar von Meding
Renovatie is hot. Renovatie is ook nieuw. De bouw in Nederland heeft er vooralsnog betrekkelijk weinig ervaring mee. Er zijn nauwelijks architecten die het een sexy onderwerp vinden en het gevolg is veel te vaak ruïnovatie. Men doet maar wat, techniek voert de boventoon en het resultaat ziet er eigenlijk niet uit. Maar is het alleen kommer en kwel? Een kijkje in de keuken van de oosterburen hielp om de eigenwaarde van onze branche op te krikken. Want hoewel het gras in Duitsland op het gebied van duurzaamheid altijd groener lijkt, is het voor het niveau van renovatie toch echt stukken bruiner. Zouden wij toch al iets bereikt hebben?

Renovatie betekent ‘vernieuwen’. Nieuw is in beginsel een positief woord, maar nieuw is niet per se hetzelfde als mooi en aansprekend. Het gevoel dat je kreeg toen je eerste vriendin het met je uitmaakte was ook ‘nieuw’, maar het valt toch echt onder het kopje ‘ruïneren’. Dat geldt ook voor veel verduurzamingsprojecten: in dienst van energiebesparing laat de intrinsieke kwaliteit van de ingrepen dikwijls te wensen over. We sealen bijvoorbeeld onze wijken met zonnepanelen in een soort blauw glanzende folie. In Duitsland hebben ze al hele streken aan gort geholpen met de waanzin die daar losgebarsten is. Wie je ook spreekt, iedereen vindt het lelijk. En nu balen ze er ook nog van dat de lasten op een steeds kleinere groep moeten worden verhaald en de baten naar het buitenland gaan door leveringen van het goedkope overschot.

Of een ander voorbeeld: energiereductie begint vaak in de gevel. In Duitsland kijken ze vol bewondering naar onze sociale woningbouw met metselwerk. Dat wordt daar ervaren als duurzame kwaliteit. Baksteen kan niemand meer betalen en het lukt ook technisch niet meer om stenen aan metersdik piepschuim te hangen. Duitsers klagen steen en been over het stucwerk dat ze moeten gebruiken, want het is goedkoop in aanleg maar duur in onderhoud. Ik dacht altijd wegens schilderwerk, maar weet u wat het echte probleem is? Er gaan massaal spechten in zitten omdat er geen bomen meer in de stad zijn en dit lekker warm is. Die veroorzaken mooie koudebruggen, met alle gevolgen van dien.

Ook in Nederland wordt in de renovatie steeds meer gestuukt. Eigenlijk onbegrijpelijk als je de gevolgen van ruïnovatie uit de tachtiger jaren kent. Maar het is niet het stucwerk dat me stoort. Het is de houding van ‘het moet gewoon’, waarmee elke discussie over duurzaamheid onder het morele geweld van energiebesparing de kop wordt ingedrukt. Ik denk dat wie zo redeneert, niet bereid is om diep te gaan om aan échte duurzaamheid te werken. Waarbij niet alleen de energierekening een rol speelt, maar ook de mate van maatschappelijke acceptatie, het woonplezier, stabiele wijken en goed functionerende steden.

In september vond een uitwisseling plaats met Duitse architecten. Bij duurzaamheid voelt dat een beetje als een uitwedstrijd Barcelona-Ajax: toch geen kans. Maar al snel bleek dat Duitse architecten alleen kampioen zijn in duurzame nieuwbouw. Daar kunnen we dan ook meteen een puntje aan zuigen. Niks een beetje zonnepaneel hier en energienul daar. Het is daar één en al energieleverende concepten, het bewustzijn voor waterneutraal bouwen, oplossingen voor CO2-reductie bij bouwmaterialen en ga zo maar door.

Des te schrijnender was de radeloosheid van deze architecten waar het gaat om verduurzaming van het bestaande vastgoed: “Dat is geen business voor ons, doen alleen bouwbedrijven”, en: “Hier is alles Passivhaus, iets anders mag niet”. Er worden technisch briljante en volgens alle normen uitstekend toetsbare oplossingen ontwikkeld. Maar dat is allemaal theorie. In de  praktijk ziet het er niet uit, het is ook niet praktisch en bewoners zitten er niet op te wachten om in een volledig geconditioneerd huis te moeten wonen. Er wordt daar flink geruïnoveerd.

Het was dan ook mijn ‘Aha-Erlebnis’ deze zomer: de crisis in Nederland is op dit gebied meer zegen dan vloek. Ik ben kritisch op de Nederlandse bouw en architectuur, maar het is tijd om te constateren dat wij een echte stap hebben genomen. Laten we het een tussenstap noemen: vastgoedeigenaren, uitvoerende partijen, ontwerpers en productontwikkelaars komen samen tot betere oplossingen. Wij hebben hierin een draai gemaakt die moeite gekost heeft maar waardevol is. Laten we ook de volgende stap nemen, en ervoor zorgen dat toekomstige generaties niet tegen ons kunnen zeggen dat wij de stad hebben geruïnoveerd!

Architect-partner van KAW architecten en adviseurs

Reacties

Renda ©2024. All rights reserved.