We moeten het naar mijn idee zoeken in het volkshuisvestelijk systeem an sich. ‘Het systeem’ dat zijn de cultuur en de structuur in de volkshuisvesting, dat wil zeggen de verhoudingen tussen overheid, burgers en marktpartijen. En niet te vergeten het maatschappelijk middenveld daar precies tussenin; het ambigue veld waarin private ondernemers publieke taken uitvoeren. Het middenveld, waaronder dus ook corporaties, moeten aan publieke waarde werken. Is dat besef er nog voldoende? De recente incidenten wijzen erop dat dit niet het geval is.
Wat is er aan de hand? Domeinverwarring, dat is er aan de hand. Het systeem kan alleen blijven bestaan als er langs meerdere kanten hete adem is georganiseerd. Eén: de hete adem van de huurders en buurtbewoners. Wie in de praktijk werkt, weet dat echte formele zeggenschap van bewoners weinig voorstelt, alle participatieprojecten ten spijt. Twee: de hete adem van de markt. In het sociale woondomein valt echter weinig te kiezen. In plaats van marktwerking in de eerste plaats als vergroten van keuzevrijheid op te vatten, gingen ‘ondernemende’ corporaties dingen doen die je van commerciële partijen verwacht. En drie: de hete adem van wetgeving, toezichthouders en politiek. Maar waar blijven we als ook wethouders het niet kunnen laten de commerciële wereld na te bootsen?
In crisis wordt de kwetsbaarheid van het systeem pas echt zichtbaar. Wie voelt zich nog de hoeder van de publieke zaak? De markt sowieso niet, maar dat is haar taak ook niet. De burgers dan? Je mag best veel van mensen vragen, maar niet dat zíj de publieke voorzieningen in stand houden. De politiek? Graag, maar kom dan niet met enkelvoudige oplossingen à la Jacques Monasch (nationaliseren!) of à la Spies (kooprecht!), vanuit het naïeve idee dat de markt, ook waar het om sociale grondrechten gaat, z’n werk wel zal doen. Wie houd je dan over? Het middenveld. Maar dat moet zich dan door alle genoemde domeinen willen laten disciplineren. En dat is iets anders dan het enkelvoudig versterken van toezicht en verantwoording.
Het gaat erom alle maatschappelijke tegenkrachten productief te maken. Het volkshuisvestelijke systeem biedt daar op zich een prima meervoudige structuur voor. Maar zonder aanspreekbaarheid op gedeelde waarden blijft elke structuur kwetsbaar. En onder die gedeelde waarden zou natuurlijk gewoon weer het besef moeten liggen dat niet de organisaties (noch overheid, noch corporaties, noch markt) de eigenaren van het wonen zijn. Dat zijn mensen nog altijd zelf. En wedden dat zij, als ze het hadden geweten, nooit gekozen zouden hebben voor speculatie met maatschappelijk vermogen?
Directeur van Futura
Reacties