De nieuwe realiteit is onder andere vastgelegd in de nieuwe Woningwet en Veegwet en betekent een forse wijziging in het speelveld en de (on)mogelijkheden van woningcorporaties anno nu en in de nabije toekomst.
Speerpunten in dit nieuwe speelveld zijn betaalbaar huurbeleid met aandacht voor woonlasten, verduurzaming, CO2-neutraal en gasloos. Dat betekent terug naar de corebusiness met de klant en de huurder centraal. Verder hebben corporaties te maken met factoren als marktwaardering en toegenomen aandacht voor efficiency van de organisaties en effectiviteit van de inzet van middelen.
Dit vraagt veel van woningcorporaties en hun medewerkers. Er wordt van ze verwacht (pro-)actief, innovatief en interactief te handelen. Telkens dient betaalbaarheid, beschikbaarheid, duurzaamheid en kwaliteit centraal te staan. Dit is ingewikkeld in een turbulente tijd waarin wet- en regelgeving het lastig maakt om herkenbaar en flexibel beleid te maken.
Daar komt dan nog bij dat de woningmarkt ook voor huurwoningen op dit moment fors oververhit raakt. Niet alleen in de Randstad, maar ook in veel andere delen van Nederland, enkele krimpgebieden daargelaten, is de vraag naar betaalbare koop- en huurwoningen groot. Woningcorporaties dienen daarbij het sociale huursegment te bedienen vanuit hun volkshuisvestelijke opgave. En dan moeten ze ook nog eens passend verhuren.
De grote vraag voor woningcorporaties nu is: Hoe worden we vitaal en toekomstbestendig? Dat kan alleen door gestructureerd te ‘werken aan de gezondheid’ van zowel de vastgoedportefeuille, de processen, de financiën als de medewerkers. Dat begint met een soort ‘vitaliteitsscan’, een onderzoek naar dat wat goed is en goed gaat. Waar is groei mogelijk is en waar ligt de kracht van de organisatie? En wat is het echte toekomstperspectief?
Je zou daarbij kunnen denken in vitaalprogramma’s vanuit de gedachte: ‘wat je aandacht geeft, groeit’. En dus vertrekken vanuit dát wat goed is en goed gaat, bijvoorbeeld:
Het Vitaalprogramma is geen afvinklijst of standaard verandertraject. Het is een aanpak met vijf resultaatgerichte en flexibele programma’s, afgestemd op ieders kracht en groeimogelijkheden. Dit alles onder begeleiding en met monitoring om te kijken of de stappen die gezet worden resultaat opleveren.
Het lonkend perspectief is helder: toekomstbestendigheid, vitaliteit, wendbaarheid, succes en betrokken mensen. Dat is het uitgangspunt voor alle processen, adviezen en acties die worden betrokken in het vitaalprogramma. Dit gebeurt naast de dagelijkse gang van zaken en met respect voor de tijd en energie die de volkshuisvestelijke taak vereisen.
Het past in de huidige gezondheidstrend. We willen allemaal fit en vitaal zijn en blijven. Ook corporaties willen graag onderscheidend zijn en wendbaarheid maximaliseren. Teams, processen, systemen en strategieën versterken door samenwerking en verbinding.
De kracht zit in continue ontwikkeling van de corporatie om toekomstbestendiger te worden op alle terreinen. Het leidt tot een wendbare en vitale corporatie.
Reacties