Tot de jaren 70 is Denemarken in grote mate afhankelijk van de import van olie en gas uit het Midden-Oosten. Door de oliecrisis in 1973 krijgt het land te maken met een enorme prijsstijging van fossiele brandstof. Vanaf dat moment is de Deense overheid sterk gaan inzetten op windenergie. Die heeft beleidsmaatregelen opgesteld om doelbewust deze energietransitie te realiseren. Deze maatregelen richtten zich onder meer op onderzoek, lokale coöperaties en gezamenlijk eigenaarschap van de windturbines, winstdeling van de opgewekte energie, feed in tariffs, subsidies aan partijen binnen de windturbinebranche en het heffen van milieubelasting.
Wat Denemarken als voorbeeld nog interessanter maakt, is dat het land de afname van maatschappelijk draagvlak voor windenergie tussen 1995 en 2008 heeft overwonnen. De sterke afname kwam omdat windturbines veel groter werden en commerciële bedrijven steeds vaker de eigenaar waren. Het principe van gezamenlijk eigenaarschap en winstdeling raakte steeds meer op de achtergrond en men begon de windturbines als hinderlijk te ervaren. Om dit tij te keren zijn er in 2008 verschillende beleidsmaatregelen genomen.
Om draagvlak te herstellen is door de Deense overheid in 2008 The energy agreement opgesteld. Deze overeenkomst is er onder meer op gericht dat de lokale gemeenschap weer meer zeggenschap krijgt over de te plaatsen windturbines. Een belangrijk onderdeel is dat de lokale gemeenschap medeverantwoordelijk is geworden voor de conceptplanning, opname in het bestemmingsplan en de eerste uitwerking van het windturbineproject. Daarnaast is ook het doel dat de omgeving zoveel mogelijk gaat profiteren van de turbines. Om dit te bewerkstelligen zijn vier beleidsmaatregelen opgesteld en is de organisatie Energinet vanuit de overheid opgericht.
Een energietransitie komt niet uit de lucht vallen. De Deense overheid heeft de oliecrisis aangegrepen om beleid te ontwikkelen dat windenergie ondersteund en fossiele brandstof ontmoedigd. Toen in 2008 bleek dat de windbranche gekaapt was door commerciële bedrijfsbelangen hebben ze het met The energy agreement aangedurfd beleid te ontwikkelen dat het belang van de lokale gemeenschap centraler stelt. Een aanpak die overduidelijk succesvol is en voor Nederland essentiële inzichten biedt om het vastgelopen winddossier nieuw leven in te blazen.
Reacties