Vattenfall raakt NUON aan de straatstenen niet kwijt en lanceert daarom Powerpeers. Volgens de vergunning van de ACM biedt Powerpeers een product waarbij klanten hun eigen energiebron kunnen kiezen. Hierbij moet je niet alleen aan de duurzame stroom van een windturbine denken of van een zonnepark, maar ook van een klant van Powerpeers die zelf met zonnepanelen stroom opwekt en deze op gezette tijden teruglevert aan het net. Bij Vattenfall moeten ze gedacht hebben: “Beter goed gepikt dan slecht bedacht”, want het is een bijna 100% kopie van de concepten van Vandebron. Vattenfall is echter niet de enige.

Engie, het energiebedrijf formerly known as GDFSUEZ, lanceert opeens het merk ‘Positieve Energie’. Bij Engie Opgewekt, zoals ze het ook noemen, kun je net als bij Vandebron kiezen waar je energie vandaan komt. “Duurzame energie zonder meerprijs of verborgen kosten”, zoals ze het zelf aanprijzen op hun website. O ja, en je krijgt ook nog eens € 150 welkomstkorting. Het mag wat kosten. Bij Engie kun je kiezen uit zon, wind en water of een mix van deze drie. Je kunt overigens niet kiezen voor kolenstroom van de Maasvlakte bij Engie. Misschien komt dat nog een keer onder het label ‘Iets Minder Positieve Energie’ of zelfs ‘Negatieve Energie’, maar dit label kunnen ze natuurlijk ook voor hun kerncentrales in België bewaren.

Het is een kwestie van tijd voordat Vattenfal en Engie het voorbeeld van E.On volgen en het fossiele deel afsplitsen van het duurzame deel. Ik heb me vaak kritisch uitgelaten over E.On,  maar hun besluit om als eerste te splitsen, heeft bij mij toch weer wat respect afgedwongen voor deze Duitse gigant. Niet in de laatste plaats omdat E.On ervoor kiest om het duurzame bedrijf E.On te blijven noemen en de ‘bad bank’, waar alle fossiele assets in worden ondergebracht, om te dopen naar Uniper.

RWE met aan het roer Peter Terium was de eerste om te roepen dat RWE een geïntegreerd bedrijf zou blijven. Zelfs een halfjaar geleden zei Terium af te zullen wachten hoe de splitsing van E.On zich ontwikkelt. Nu al gaat RWE ook splitsen, maar het blijft wel aandeelhouder in het duurzame bedrijf. Ook hangen ze Essent onder het duurzame deel van RWE. En als klap op de vuurpijl wordt Peter Terium de topman van het duurzame deel van RWE. Dit is de man die de opkomst duurzame energie continu als excuus voor zijn eigen wanbeleid heeft gebruikt en het Duitse energiebeleid heeft verguisd. Hij mag nu het duurzame deel van RWE gaan leiden.

Vooropgesteld: ik ben blij dat de energiegiganten eindelijk voor duurzaam kiezen. “Beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald”, zullen we maar denken. Maar kies dan ook echt en probeer niet in een spagaat met je benen in twee werelden te blijven staan. Het doet mij ook deugd dat Vattenfall en Engie inzien dat er een nieuwe wereld is waarin mensen hun eigen duurzame energieproductie willen kiezen én zelfs hebben. Powerpeers is net als Vandebron echt een mooi concept. Positieve Energie vergelijk ik met de Windcertificaten die ik zelf van Qurrent heb: mijn stroom van die ene molen. Het zal niet lang duren voor de grote fossielen ook Eneco gaan kopiëren. Eneco onderscheidt zich met slimme thuisproducten zoals de Toon, de Powerwall (van Tesla) en recent de Warmte Winner. Dit zijn allemaal producten gericht op energiebesparing, comfort en opslag. En ze zijn duurzaam. Maar dat is logisch.

Natuurlijk kunnen Vattenfall, Engie, E.On en RWE dit soort concepten of producten ook ontwikkelen. Maar ik betwijfel of het slim is zomaar een concept te kopiëren. Klanten kijken immers ook naar authenticiteit. Zolang de internationale energiebedrijven blijven lobbyen voor een capaciteitsmechanisme, voor subsidies op biomassabijstook, voor subsidies voor CO2-opslag én nog steeds duurzame energie de schuld geven van hun misère, komen ze niet geloofwaardig over. Ze zeggen niet voor niets: “Al draagt een aap een gouden ring, het is en blijft een lelijk ding.”