Woningen voorzien van een energielabel worden gemiddeld sneller verkocht dan wanneer het label ontbreekt. Bovendien zijn kopers bereid voor ‘groen’ gelabelde woningen meer te betalen (gemiddeld 6000 euro). Dat blijkt uit een studie van de Tilburg University en de Universiteit Maastricht in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken.
Na een stroeve start in 2008 is sinds de invoering van het vernieuwde energielabel in januari 2010 de populariteit groeiende. Vanaf januari 2008 zijn er ruim 50.000 Nederlandse woningen verkocht met het energielabel, dat is 15 procent van de totale markt. Maar door de informatie die het label bevat, blijken gelabelde koopwoningen gemiddeld 24 dagen sneller een nieuwe eigenaar te vinden dan huizen zonder label.
In de transactieprijs is er al een energielabel-effect zichtbaar. Onder die 50.000 kooptransacties, bleek een groene prijspremie waarneembaar. Zo betaalden kopers gemiddeld 3 procent (6000 euro) meer voor een gelijkwaardige woning met een groen label (labels A, B en C) dan een rood label (labels D, E, F en G). “We zien dat huizenkopers de informatie op waarde schatten. Meten is weten, en het belang van de energierekening is groot genoeg voor de consument om de meting te waarderen”, stelt hoogleraar vastgoed Dirk Brounen van Tilburg University.
Het kopen van een woning zonder label betekent dat er gegist zal moeten worden naar de toekomstige gas- en elektriciteitsrekeningen op het nieuwe adres. “Voor een doorsnee woning kan deze gasrekening uiteenlopen van 43 euro voor een zuinige A-label woning, tot wel 174 euro voor eenzelfde soort woning, maar dan uit de energieverkwistende G-categorie”, aldus dr. Nils Kok van de Universiteit Maastricht. “Het label geeft kopers vooraf een signaal, en dat signaal bespoedigt de verkoop met gemiddeld 24 dagen.”
Op 14 april vergadert de vaste Kamercommissie Binnenlandse Zaken, naar aanleiding van het voorstel van de minister om het label volgend jaar binnen de woningmarkt met meer kracht te gaan handhaven.
Reacties