Bea Donk-Middel woont al bijna haar hele leven in de Plataanlaan het Eindhovense Philipsdorp. In die straat is ze opgegroeid en ze is later met haar gezin weer gaan wonen. De corporatie Woonbedrijf heeft afgelopen jaren de hele buurt opgeknapt. Ook het huis van Bea is grondig aangepakt. Van het dak tot de keuken en de badkamer; alles is vernieuwd. Bea is een aantal maanden in een wisselwoning bij haar om de hoek gaan wonen. Maar dat was geen probleem.
“Die woning aan de Kastanjelaan is erg klein, maar met het uitzicht op een zebrapad heb ik de hele dag iets te kijken gehad.” Ze is wel blij dat ze weer in haar eigen huis woont en ze is ook heel tevreden met het de renovatie. “Ik hoef geen tochtstoppers meer te breien, want het huis is nu tochtvrij.” Maar wie denkt dat Bea een koukleum is, heeft het goed mis. De verwarming staat meestal op 18 graden en als ze thuis is, staat de achterdeur open. Zomer of winter. “Dat is goed voor de ventilatie van het huis”, zegt ze. “En dan kan mijn hondje Tommy ook naar buiten wanneer hij wil.”
In 1968 verhuisde ze met haar man en kinderen van een appartement aan de Offenbachlaan naar deze woning. Ze kon de woning ruilen met bewoners die liever iets kleiner wilden wonen. Het gezin van Bea telde op dat moment al twee kleine kinderen en er zouden daarna nog eens vier volgen. Dat ze deze woning konden huren, is puur geluk geweest. Philipsdorp is namelijk gebouwd voor de eigen medewerkers. De man van Bea, die acht jaar geleden overleed, heeft als schilder bij Caspar de Haan gewerkt.
Omdat haar man het huis heeft verbouwd, komen ze eerder niet in aanmerking voor een renovatie. Maar nu is het wel tijd. Tijdens het renoveren is er asbest in de fundering gevonden. “Dat vind ik heel vervelend. De buren dachten dat mijn man dat had gebruikt tijdens zijn verbouwing.” De aannemer heeft haar gerustgesteld: het zat al veel langer in het huis. “Typisch voor een maandagmorgen woning”, zegt Bea. “Woningen die op maandagochtend gebouwd worden, wijken vaak af van de rest van de woningen. Soms valt dat mee en soms valt dat tegen.”
Reacties