De voortschrijdende techniek zal uiteindelijk soelaas bieden bij de verduurzaming van de bestaande gestapelde bouw. Kennispartner Itho Daalderop lichtte in dit kader in Vlaardingen bij corporatie Waterweg Wonen de ontwikkeling van de slimme boiler toe. Aan de huidige duurzame elektrische boiler is software toegevoegd die de bewoner in staat stelt met zijn telefoon, vanaf zijn werk of vakantiebestemming, de boiler op afstand aan of uit te zetten. De boiler geeft informatie over zijn verbruik en dit leidt tot bewustwording bij energiebesparingen van de bewoner.
Tot zover niet echt iets nieuws onder de zon. Tenmiste, wat de techniek betreft. Voor een boiler weldegelijk. Maar wel de volgende stap is nieuw: de boiler kijkt ook naar het gedrag van de bewoner en herkent daarin een patroon. Vervolgens berekent hij zelf wat de meest efficiënte ‘opwarmmomenten’ zijn. De overige tijd schakelt hij zichzelf uit. Dat kan tot echte energiebesparing leiden, volgens de berekeningen wordt die nog voorzichtig geschat op 7 procent ten opzichte van huidige elektroboilers.
Er hangen in Nederland nog zo een miljoen geisers en boilers die vervangen moeten worden. Met het oog op de verduurzaming in de bestaande bouw, rijst de vraag of je die wel moet willen vervangen door een slimme boiler. We horen immers iedereen reppen over het feit dat we binnen afzienbare tijd van het gasnet worden losgekoppeld. Hoe duurzaam is de oplossing dan van een slimme boiler? Tegelijkertijd lijken er ook kansen te bestaan voor slimme technische oplossingen zoals deze, omdat ze gekoppeld zijn aan ‘the cloud’. Elke individuele hightech boiler kan dan ook gezien worden als opslagvat van energie. Waarom is dat interessant?
Het aanbod van echt groene energie zal minder betrouwbaar zijn, omdat het aanbod van wind en zon niet te beïnvloeden is. Wanneer er veel zon (en wind) is, willen energiemaatschappijen dat kunnen opslaan voor momenten waarop er niet of nauwelijks aanbod is. Methoden om energie op te slaan bestaan wel, maar zijn ontzettend duur. Met slimme boilers in de buurt is een veel goedkopere oplossing voorhanden. Dat betekent dat de eigenaar van de slimme boiler behalve consument van energie ook leverancier wordt: een prosumer. Het is ondoenlijk om al deze individuele bewoners een afspraak te laten maken met een energiemaatschappij.
Vandaar dat een ‘aggregator’ als tussenpersoon als een reële optie wordt gezien. Deze verhandelt energie tussen prosumer en producer (energiemaatschappij). Energiemaatschappijen zoals bijvoorbeeld Essent kijken serieus naar deze optie en realiseren zich dat deze opslagmogelijkheid hen ook wat waard is. Het is denkbaar dat een bewoner geld krijgt voor de opslagmogelijkheid die de boiler, of ander elektrisch apparaat met een vat, hen biedt. Daartegenover staat dat niet alleen de bewoner maar ook de aggregator de boiler aan of uit kan zetten. Zonder dat dit ten kosten gaat van de benodigde comfort.
De vraag is wat dit alles concreet voor een huishouden betekent. In Heerhugowaard is een pilotproject gedaan met 200 slimme boilers. Uit de evaluatie blijkt dat de besparingsdoelen van 7 procent zijn gehaald en bewoners tevreden zijn. Er is een top vier uitgekomen die voor bewoners belangrijk is: financiële zekerheid, weinig omkijken naar hebben en het leveren van een bijdrage aan de verduurzaming en betrouwbare partijen.
Energieleveranciers en netwerkbeheerders zijn naarstig opzoek naar oplossingen. De techniek is er morgen en de consument bespaart er energie mee. Win, win win. De uitdaging zit nog in de transparantie voor de bewoner. Hij moet de partijen die in zijn woning de boiler aan en uitschakelen zonder dat hij het merkt, kunnen vertrouwen.
Reacties