Log in
inloggen bij Renda
Hulp bij wachtwoord
Geen account?
shop word lid
Home / Columns

Mopperen aan de pomp

Mensen met lagere inkomens kunnen straks de energierekening niet meer opbrengen. Dat beweerde topman Peter Terium van energiebedrijf RWE deze zomer. Olieprijzen stijgen. En verduurzaming kost handen vol met geld. Hiervoor draait de consument uiteindelijk op. Ontluikt zich hier een nieuw, groot probleem van sociale ongelijkheid? Verliezen burgers het basisrecht op energie?

Natuurlijk wordt er aan de pomp gemopperd. Maar energie moet wel erg veel duurder worden, willen we de auto laten staan. Dit heeft alles te maken met de prijselasticiteit voor energie. Energie is een basisbehoefte. De energierekening zou niet minder dan vier à vijf keer hoger uit moeten vallen, en ook nog voor langere tijd, willen mensen hun energieverbruik halveren.

Vanuit besparingsoogpunt kan de prijs niet hoog genoeg zijn. Hoe meer een kilowattuur, liter benzine of kuub gas kost, des te harder we gaan bezuinigen. Een beetje duurder helpt niet. Nee, flinke slagen maken en dat dan ook nog blijven volhouden. Willen we echt besparen, dan zouden we stijgende energieprijzen dus juist moeten omarmen. En liefst nog een extra zetje geven, door extra belastingen.

Die redenering gaat de meest politici veel te ver, en in verkiezingstijd al helemaal. Energiebesparing is mooi, maar probeer een pleidooi voor lastenverzwaring maar eens vol te houden in tijden van aanhoudende economische crisis. Het verzwakt onze concurrentiepositie. En Nederland heeft, Europees bezien, al hoge accijnzen en heffingen op energie.

Liever richtten politici, bedrijven en overheden zich de afgelopen decennia op het verbeteren van de energie-efficiëntie. Dat is goed voor de economie. Meer efficiëntie betekent: je doet hetzelfde - of het nou afwassen, autorijden of wonen is - met minder energie. Dat kan met zuinigere vaatwassers, auto’s en woningen. Vaak wordt de energie-efficiënte met labels zichtbaar gemaakt voor de klant: A, A+, A++, A+++. Soms zijn deze verplicht gesteld, zoals de Energie Prestatie Norm (EPN) voor nieuwbouwwoningen. Hiermee wordt een energiebesparingsmarkt gecreëerd. Er ontstaat vraag naar zuinige apparaten en materialen. Dat stimuleert de innovatie en werkgelegenheid.

Helaas daalt ons nationale energieverbruik er niet van. De efficiëntiemaatregelen zijn namelijk zo lek als een mandje. Want het is onmogelijk om voor alle producten en diensten in de samenleving op tijd energielabels te ontwikkelen. Elke besparingswinst wordt, telkens opnieuw, geïnvesteerd in de economie. Geld blijft immers rollen. Met nieuw energie- en materiaalgebruik als gevolg. Je hebt je smartphone nog niet uit de verpakking, of er is alweer een nieuwe op de markt, met extra functies en extra energieverbruik, zonder energielabel. Komt er wel een label, dan gaat het om klassenjustitie. Een oude eend krijgt de wind van voren, omdat andere autootjes zuiniger zijn. Ondertussen verbruikt de A+-auto van de bestuursvoorzitter veel meer energie.

Doordat ons nationale energieverbruik niet daalt, nemen de maatschappelijke problemen toe. Ons aardgas raakt op, waardoor we minder gaan verdienen aan de verkoop. De productie van energie wordt zowel in Nederland als wereldwijd lastiger. Energie moet uit steeds exotischere gebieden komen: van verder, uit steenkoude gebieden of dieper verscholen in de aardkorst. Het wordt steeds vervuilender om het er uit de halen. De aanvoerlijnen worden langer en daarmee onzekerder. De CO2-uitstoot stijgt en de ecologische risico’s worden groter, zoals bij diepzee-oliewinning. Anderzijds moet energie vaker in dichtbevolkt gebied opgewekt, bewerkt en getransporteerd worden. Hier is het vechten om de ruimte: voor windmolenparken, voor projecten met biomassa, voor CO2-opslag en voor netcapaciteit.

Als je deze uitdagingen doordenkt, dan is vijf keer duurdere energie door extra belastingen ineens zo gek nog niet. Natuurlijk zijn er flinke nadelen. Hoe moet de glastuinbouwsector zich blijven bedruipen? Kan de arbeidsongeschikte zijn benzine nog betalen om zijn oude moeder in Zuid-Limburg te bezoeken? Daar moet goed naar gekeken worden. Tegelijkertijd mag gezegd worden dat de pluspunten van hoge energieprijzen in het maatschappelijk debat veel te weinig aandacht krijgen. Dure energie zorgt ervoor dat besparingswinst niet langer vervliegt, maar telkens opnieuw in energiezuinige projecten gestopt wordt. De energiebesparingsmarkt groeit ermee als kool. En de hoge energieprijzen maken iedereen bewust van energie. Het helpt om mensen enthousiast te krijgen voor lastige energieprojecten. Politici, bedrijven en overheden krijgen de noodzaak van investeren in toekomstige energie beter uitgelegd. Of het nu gaat om windmolenparken, smart grids of schaliegaswinning in Nederland. Waren er flink hogere energieprijzen, dan zou er geen Postbus 51-campagne meer nodig zijn.

Reacties

Renda ©2024. All rights reserved.