Er is nog steeds een kans dat de verhuurdersheffing niet van kracht wordt. Eerste Kamerlid Adri Duivesteijn (PvdA) heeft principiële redenen waardoor hij niet zonder meer instemt met het voorstel. Hij is de enige binnen de fractie die dreigt tegen te stemmen, zo meldt de NOS.
Binnenkort moet de Eerste Kamer haar stem uitbrengen over de verhuurdersheffing, onderdeel van het Woonakkoord. Duivesteijn vindt echter dat de opbrengst van de heffing niet naar de schatkist moet gaan, maar binnen de corporatiesector moet blijven. Het geld moet volgens hem worden gebruikt om bijvoorbeeld te voorkomen dat er nieuwe achterstandswijken ontstaan.
Achter de schermen wordt gelobbyd om de PvdA-senator toch zover te krijgen om vóór te stemmen. Doet hij dit niet, dan kan het kabinet namelijk in politieke problemen komen. De uitslag hangt, zoals het er nu naar uitziet, af van de stem van Duivesteijn. De partijen van het Woonakkoord hebben samen 38 stemmen en er zijn 37 tegenstanders. Als Duivesteijn tegenstemt is dit precies omgekeerd en is de verhuurdersheffing van de baan.
Afspraken over de verhuurdersheffing zijn vastgelegd in het Woonakkoord. Dit is getekend door D66, ChristenUnie en SGP. De heffing gaat om een bedrag van 1,7 miljard euro in 2017. De achterliggende gedachte is dat corporaties genoeg geld hebben om mee te betalen aan de bezuinigingen, plus dat de maatregel kan helpen om de doorstroming op de woningmarkt te bevorderen. De tweede week van december praat de PvdA-fractie over de heffing en een week later is de plenaire behandeling.
Reacties