In juli 2013 zijn de woninghuren gestegen met gemiddeld 4,7 procent. Dat is de grootste huurstijging sinds 1994. De grootste huurtoename geldt voor de mensen met de hoogste inkomens die via sociale verhuurders in een woning zitten. Dit blijkt uit cijfers van het CBS.
De huurstijging van 4,7 procent komt 2,2 procentpunt hoger uit dan de inflatie over het jaar 2012. Over 2013 kunnen corporaties de huren – naast de inflatie – verhogen op basis van de hoogte van het inkomen van de huurders.
In de jaren 2001 tot 2012 kwam de huurstijging gemiddeld 0,3 procentpunt uit boven de inflatie in het voorgaande jaar. Het is voor het eerst sinds 1996 dat het verschil tussen de huurstijging en de inflatie in het voorliggende jaar meer dan 2 procentpunt bedraagt.
Vier van de vijf woningen worden verhuurd door sociale verhuurders. Binnen deze groep was de huurstijging met gemiddeld 5,0 procent, hoger dan bij particuliere verhuurders (3,7%). Met 3,9 procent gingen geliberaliseerde huren minder omhoog dan de niet-geliberaliseerde huren. Daarnaast worden in geliberaliseerde contracten huren vaker aangepast wanneer er nieuwe huurders in de woning komen. De invloed van huurharmonisatie op de huurstijging bedraagt dit jaar 0,8 procentpunt.
In een beperkt aantal gevallen stegen huren meer dan deze percentages. In die gevallen was meestal sprake van huurharmonisatie. Ongeveer de helft van de middeninkomens en hoogste inkomens kreeg minder dan de maximaal toegestane huurverhoging.
Reacties