De bouwkeramische industrie verenigt zich op 1 januari 2012 in een nieuwe brancheorganisatie: de vereniging Koninklijke Nederlandse Bouwkeramiek (KNB). De nieuwe koepelorganisatie behartigt de belangen van de industriële ondernemers die in Nederland – op procesmatige wijze – uit klei producten voor de bouw maken. Lid zijn zowel nationale, als internationale ondernemingen. Zij produceren metsel-, straat- en binnenmuurbaksteen, keramische dakpannen, -tegels, -rioleringen en -raamdorpels. De fabrikanten bieden gezamenlijk werkgelegenheid voor circa 3 personen en realiseerden in 2010 een omzet van ongeveer 520 miljoen euro.
De vorming van de nieuwe brancheorganisatie is de laatste stap in een integratieproces van drie afzonderlijke verenigingen met ieder een rijke historie. Het betreft: de Algemene Vereniging voor de Nederlandse Aardewerkindustrie (AVA, sinds 1920), het Koninklijk Verbond van Nederlandse Baksteenfabrikanten (KNB, sinds 1884) en de Nederlandse Keramische Dakpannenfabrikanten Corporatie (NEDACO, sinds 1939).
Eind 2007 startte dit integratieproces met een gemeenschappelijke deelname in de toen nieuwe Stichting Verenigde Keramische Organisaties (VKO). Deze samenwerking bleek zo succesvol dat de leden van de drie verenigingen nu hebben aangegeven te willen komen tot geïntegreerde samenwerking. Met de nieuwe structuur wil de sector eenduidige en slagvaardige belangenbehartiging bevorderen en optimalisatie van de synergie in activiteiten.
De vereniging Koninklijke Nederlandse Bouwkeramiek krijgt als hoofdtaak belangenbehartiging voor de gehele keramische procesindustrie op het gebied van energie, milieu en grondstoffen, duurzaamheid, arbo-aangelegenheden, technische voorschriften en normeringen. Verder is de organisatie verantwoordelijk voor kennisoverdracht naar de beroepspraktijk van zowel ontwerpers als verwerkers en is actief met brancheopleidingen. Nieuw is dat KNB ook promotionele taken voor specifieke productgroepen – zoals straatbaksteen – gaat verrichten.
De start van de nieuwe brancheorganisatie markeert een moment in de geschiedenis van de georganiseerde keramische industrie als geheel, maar ook in de ontwikkeling van de sector.
Steeds meer verschuift de nadruk van afzonderlijke producten – zoals baksteen, keramische dakpannen en aardewerk – naar de materiaalsoort en de toepassingsfunctie daarvan. Dit materiaal heet keramiek en wordt zelfstandig, in onderlinge samenhang of in systemen, toegepast op, aan, in, onder of naast bouwwerken. De aanduiding van dit geheel als ‘bouwkeramiek’ onderstreept het toekomstgerichte karakter van de sector en werd daarmee leidend voor de nieuwe naamgeving: vereniging Koninklijke Nederlandse Bouwkeramiek.
De nieuwe vereniging staat onder voorzitterschap van dr. D.K.J. Tommel, voormalig staatssecretaris van VROM en huidig VKO-voorzitter. Directeur/secretaris van de nieuwe koepel wordt mr. Ewald L.J. van Hal, op dit moment directeur van VKO en secretaris van zowel (het oude) KNB, AVA als NEDACO. De nieuwe KNB-organisatie is gehuisvest in het ‘Keramisch Huis’ in Velp (Gld.) en telt zeven personeelsleden.
Reacties