Duurzaam bouwen staat bij een meerderheid (89 procent) van de woningbouwcorporaties hoog op de agenda. Gemiddeld is 94 procent van de corporatiewoningen in 2011 voorzien van een energielabel. Het vervangen door zuinigere cv-ketels wordt door bijna de helft van de corporaties gezien als beste methode om dit energielabel te verbeteren.Verreweg de meeste corporaties besteden de vervanging en het onderhoud van cv-ketels uit aan een externe onderhoudspartij. Deze externe partij is vrijwel altijd een installateur. Fabrikanten of leveranciers hebben hier vrijwel (nog) geen enkele rol in. Ook de rol van de eigen technische dienst is zeer beperkt. Bij minder dan 10 procent van de corporaties verzorgen de eigen medewerkers het onderhoud en/of de vervanging.

Ondanks dat het onderhoud wordt uitbesteed, houdt de corporatie wel de keuze voor het merk en type cv-ketel in eigen hand; bij vervanging bepaalt maar liefst 95 procent zelf het merk cv-ketel. Duurzaamheidsaspecten als energiezuinigheid, terugdringen van CO2-uitstoot, verbeteren van het leefmilieu van de huurders en verbeteren luchtkwaliteit worden als (zeer) belangrijk gezien; maar andere criteria zijn belangrijker bij de uiteindelijke keuze voor een cv-ketel. De aanschafprijs (43procent) wordt gezien als belangrijkste keuzecriterium en blijkt nog steeds belangrijker te zijn dan de uiteindelijke onderhoudskosten (24 procent). Toch antwoordt 96 procent bevestigend als de vraag wordt voorgelegd of men de totale onderhoudskosten gedurende de levensduur van de cv-ketel belangrijk vindt.