Hoewel meer dan de helft van de Nederlandse woningvoorraad bestaat uit koopwoningen, verhuizen er meer huishoudens naar een huurwoning. Van de 461.000 woningen die in 2011 zijn betrokken door starters of doorstromers, was 70 procent een huurwoning. De dynamiek op de huurmarkt is dus beduidend groter dan op de koopmarkt, concludeert het CBS.

Ruim de helft van de starters die naar een huurwoning is verhuisd, is alleenwonend en jonger dan 35 jaar. Deze groep verhuisde in 2011 overigens ook vaker naar een koopwoning, maar met 5 procent is deze stijging minder groot dan de verhuizingen naar een huurwoning.

In datzelfde jaar is ook een toename te zien in het aantal doorstromingen naar een andere woning. Voor zowel de huur- als koopmarkt geldt hierbij dat er in absolute aantallen veel meer doorstromende huishoudens zijn dan starters. Voor de laatste groep is dit met een stijging van 4 procent beperkt.

In 2011 verhuisden 50.000 doorstromers van huur naar koop en 44.000 huishoudens verhuisden van een koopwoning naar een andere koopwoning. De instroom vanuit de huurmarkt bepaalt dus voor een groot deel de dynamiek van de koopmarkt.

Verhuizen van een koop- naar een huurwoning komt vaker voor en is nog iets toegenomen ten opzichte van 2010. In 2011 verhuisden 57.000 doorstromende huishoudens van koop naar huur; een kwart van alle doorstromers die een huurwoning betrokken.

Uit deze gegevens blijkt dat er een omvangrijke verhuisstroom op gang is van de koop- naar de huurmarkt. Omdat op dit moment de dynamiek binnen de huurmarkt veel groter is dan binnen de koopmarkt, heeft deze uitwisseling meer invloed op de doorstroming op de koopmarkt dan op de huurmarkt.