Waar ik op doel zijn vooral nieuwe werkwoorden die ontstaan door een zelfstandig naamwoord van een voorzetsel te voorzien. Het wonen verandert en zoekt naar meer ruimte: door optoppen en aftoppen, aflagen en oplagen, aanbouwen, aankoppen, aanhoeken en aandikken, uitplinten en opkelderen. Bestaande woningen moeten levensloopbestendig en beter woonbaar zijn voor bepaalde groepen mensen door ze op te plussen; misschien ook door de woningen samen te voegen en te ontduplexen. In deze bijna aardgasloze tijd is verketelen helemaal uit en NOMmen of verNOMmen in. We zijn in de tijd van het zelf opwekken, omvormen, opwaarderen van warmte, en ontzorgen, want anders komt energietransitie niet van de grond.
En dat is nog maar het begin. We moeten voordenken: denken wat ons allemaal nog te wachten staat. Of vraag het uit, aan anderen. Dan dragen zij oplossingen aan en kunnen zij het dichtrekenen. Vergeet niet aan te haken bij de nieuwe circulaire tijd. Ondertussen valt er vaak te veel regen, en wordt het te warm in huis. Klimaatadaptie betekent afkoppelen van de hemelwaterafvoer, en ontstenen en onttegelen van de tuin. En ook nu de noodzaak van ontzorgen. Groen is hier geen poen, maar dikwijls een extra zorg. Tuinieren gaat moeilijk samen met extramuralisering van de zorg en tot op hoge leeftijd in de eigen woning blijven wonen.
Ontzorgen. Je neemt iemands zorgen uit handen. Een woord dat nogal wisselende reacties oproept. Het heeft die marketinggeur van verdienen door (eenvoudige) diensten aan te bieden. Toch kan de energietransitie en klimaatadaptatie niet zonder, denk ik. Het heeft niet te maken met verdienen maar met iets mogelijk maken. Iets waar veel mensen met te weinig kennis, kunde en middelen, huizenhoog tegenop kijken: het verduurzamen van de woning en de financiering daarvan, en het onderhoud van de ontsteende tuin.
Een beter woord dan ontzorgen is er niet. Nog niet.
Reacties