Feit is dat Texel Energie is begonnen in 2007 en er sindsdien in Nederland zeker vijftig initiatieven zijn gekomen die daarop lijken: maatschappelijke ondernemingen die lokaal streven naar besparing en verduurzaming van energie. Texel Energie is sinds 2007 in omvang sterk gegroeid en in dat voetspoor volgen de andere vijftig, en zullen er meer volgen. Dat is opschaling, en bovendien institutionalisering, omdat zij allemaal rechtspersonen zijn of worden.
In 2012 zijn in Zwolle vijf wijken gestart met buurtenergie. Zij voegen zich nu samen tot een enkel bedrijf. In Rotterdam, Amsterdam en Den Haag is sprake van reeksen initiatieven. Die zijn goed van elkaar op de hoogte, dus wellicht voltrekt zich in elk van die steden wat nu in Zwolle gebeurt, een gelijktijdige opschaling en institutionalisering. De Deventer Energie Coöperatie is meteen opgericht voor geheel Deventer, en dit pad is ook gevolgd in Groningen, Purmerend, Arnhem, Den Bosch en Leiden. Begonnen in de Muziekwijk is De Groene Reus meteen opgericht voor heel Almere, en richt zich nu ook op Flevoland.
Er zit een soort logica achter opschaling, en die begint heel simpel met elkaar opzoeken en ervaringen delen. Met één mond spreken richting het gemeentebestuur is ook een goede reden. Zo zijn er meer goede redenen te noemen, waarbij zeker de bundeling van inkoopkracht het vermelden waard is. Onder de vlag van de Noord-Hollandse Energie Coöperatie streven buurtenergiebedrijven in die provincie naar de bundeling van inkoopkracht. Bedrijven in de drie noordelijke provincies doen hetzelfde. Initiatieven als DE Unie en de VEC zetten zelfs in op landelijke bundeling. In al deze voorbeelden is naast opschaling tegelijkertijd sprake van institutionalisering. e-Decentraal is een landelijk instituut voor lokale duurzame energiebedrijven, en REscoop is dat op Europese schaal.
Of je het nu leuk vindt of niet, de feiten tonen aan dat lokale duurzame energiebedrijven opschalen en institutionaliseren. De grote afkeer daarvan zit bij veel mensen waarschijnlijk in hun angst dat opnieuw ‘corporate bedrijven’ ontstaan met directeuren die zich richten op het op korte termijn verhogen van de aandelenwaarde. De feiten laten iets heel anders zien. Zonder uitzondering zijn de vijftig energiebedrijven stevig in handen van de gebruikers en die hebben zich verenigd rond een publiek doel. Dat doel is de verduurzaming van de omgeving en daarheen gaat de eventuele winst.
Voor zover deze bedrijven een directeur hebben, is hij in dienst, en verbonden aan het publieke doel. Het zijn maatschappelijke ondernemingen, die verantwoording afleggen aan de lokale gebruiker. Daarmee introduceren zij een soort bedrijf dat we al lang kennen, maar veel meer nodig hebben om de transitie naar duurzaamheid zo snel mogelijk te maken. Rem dat alsjeblieft niet af door zonder de feiten te kennen, je angst te volgen en te veronderstellen dat elk bedrijf wel verkeerd zal zijn. Sterker nog, als je dit afremt, blijf je langer gebonden aan de bestaande instituties, en is dat wat je wilt?
Goed, dan roep ik het vanaf nu over mijzelf af: eenieder die zich blijft verzetten tegen opschaling en institutionalisering heeft het met mij aan de stok. Ik deel het debat in tussen de naïeve afremmers versus de duurzame opschalers. Ik ben overtuigd lid van de laatste groep.
Reacties