Log in
inloggen bij Renda
Hulp bij wachtwoord
Geen account?
shop word lid
Home / Columns

Ruim baan voor de maatschappelijke onderneming

In het Verenigd Koninkrijk (VK) is pas geleden de Social Value Act aangenomen. Die steunt de opkomst van de maatschappelijke onderneming. En daar zijn er nu al meer dan 10.000 van in het VK. Een maatschappelijke onderneming is een onderneming die het oplossen van een maatschappelijk thema als doel heeft. De onderneming moet verder financieel zelfvoorzienend zijn, gebaseerd zijn op handel of andere vormen van uitruil en een sociale benadering hebben in de wijze waarop de onderneming wordt gevoerd (een besturingsfilosofie die gebaseerd is op medezeggenschap van alle betrokkenen en bewustzijn van de ecologische voetafdruk).

In Nederland zijn op het thema energie een kleine 400 maatschappelijke ondernemingen in oprichting. Zo kun je de initiatieven benoemen die allemaal vaart willen maken met de lokale energietransitie. Helaas zijn deze initiatieven in zijn geheel niet aan de onderhandelingstafels van het SER-energieakkoord betrokken en daarom dreigt nu nieuwe wijn in oude zakken terecht te komen. De zelf benoemde vertegenwoordigers van de decentrale initiatieven lobbyen schaamteloos voor een voorname rol van hun eigen organisatie en behoud van de subsidiestromen waarvan ze al jaren afhankelijk zijn. Dit is te lezen in de zogenaamd vertrouwelijke stukken die via het internet verspreid worden en ook uit de interne documenten van de organisaties zelf, die ik ter beschikking heb.

Neem een voorbeeld aan Engeland. De maatschappelijke onderneming kenmerkt zich door de kernwaarden duurzaam, decentraal en verbinding waarmee ze lokaal de verschillende belanghebbenden bij elkaar brengt om de handen ineen te slaan op thema’s als energie, zorg, voedsel, breedband, kinderopvang en andere zaken die de leefbaarheid lokaal bevorderen. Thema’s die we de komende jaren echt in gezamenlijkheid moeten oppakken willen we ze duurzaam kunnen organiseren. De lokale coöperatie is hier de ideale verbindende of, zoals wij het noemen, tussenorganisatie voor. Mits met breed draagvlak georganiseerd, is ze in staat de juiste verbindingen te leggen en vanuit die verbinding komt ook de lokale businesscase tot stand. Iedere inmenging van buiten verstoort dit proces enorm.

Dit is dan ook de reden dat ik me verzet tegen een voorname rol van organisaties  van buitenaf bij het tot stand komen van deze lokale samenwerking. Omdat ze geen binding hebben met de lokale gemeenschap lukt het ze niet de bruggen te slaan die nodig zijn en daarnaast hebben ze gewoonweg de kennis en ervaring niet op het gebied van financiën, fiscaliteit, wetgeving, techniek, netwerk en procesbegeleiding terwijl die door de betrokkenheid van alle gelederen lokaal wel te vinden is.  De enige reden waarom de milieufederaties en het Klimaatbureau op dit moment aan tafel kunnen zitten, is omdat ze met forse subsidies op de been zijn gehouden. Nu die subsidies eind dit jaar op zijn is het belang voor hen groot om nieuwe gelden te verwerven. Geld dat veel beter geïnvesteerd (niet gesubsidieerd) kan worden in de lokale maatschappelijke onderneming.

Natuurlijk is hun argument dat ze onderhandelen voor een vrijstelling van energiebelasting voor decentraal duurzaam opgewekte energie, een mooi argument om mee te schermen. Maar legitimeert dit de rol die opgeëist wordt terwijl de uitvoering toch bij die maatschappelijke onderneming, de lokale energie-coöperatie komt te liggen? In Noord-Brabant weet ik  uit interne bron dat de aanstaande samenwerking van lokale energiecoöperaties gezien wordt als een bedreiging voor het verkrijgen van subsidie door de milieufederatie. Ik vermoed (en weet het vrijwel zeker) ook dat in de samenwerking tussen de milieufederaties, het Klimaatbureau en E-decentraal alweer de volgende subsidieaanvraag bij Stichting Doen of de Nationale Postcode Loterij is ingediend om maar weer een paar jaar verder te kunnen gaan en dat is nu precies niet wat nodig is.

Subsidie is goed om iets op gang te krijgen maar daarna moet er een financieel zelfstandige basis ontstaan. Dat is ook het uitgangspunt van de 400 maatschappelijke ondernemingen in oprichting rond het thema energie en de misschien wel 1000 andere maatschappelijke ondernemingen die zich richten op breedband, zorg, voedsel of andere nuttige doelen. Ik roep dan ook de vier O’s (overheid, onderwijs - onderzoek, ondernemers) op de samenwerking aan te gaan met de O van onderop in de vorm van de maatschappelijke onderneming en daarin te investeren. Net als subsidie op fossiele brandstoffen is subsidie aan hiervan afhankelijke organisaties niet duurzaam en dat zeg ik als laatste directeur van Stichting De Kleine Aarde in Boxtel.

Reacties

Renda ©2024. All rights reserved.