We zijn in transitie. We herkennen het patroon beschreven door Jan Rotmans, dat de gevestigde orde zich met hand en tand verzet. Directeuren van energiebedrijven vragen in Brussel om de subsidie op energie stop te zetten. Ja, alleen die op duurzame energie. Niet die op fossiele energie. En een minister die in de Eerste Kamer een wet zo overduidelijk fossiel interpreteert dat hij zelfs de laatste duurzame ondernemer die nog VVD stemde bij de D66 aflevert. Gelukkig werd de motie-Vos door alle weldenkende partijen in grote meerderheid aangenomen op 17 december.
De transitie gaat van een energievoorziening die al jaren voor ruim 95 procent op fossiele energie draait, naar een voorziening op 100 procent duurzame energie. Als er wind of zon is, zijn er geen marginale, maar alleen nog vaste kosten voor energie. Als deze er niet zijn, dan kost energie geld. We gaan geen ijzer smeden als het koud is. En dat gevoel, dat gaan we benutten, om de transitie vaart te geven. Dat betekent dat we in een half jaar de lijnen in onze netwerkorganisatie, die nu een paar jaar gedraaid heeft, strak kunnen trekken. Op de manier die Herman Wijffels en zijn vrouw Herma ons tegenwoordig als duo leren, in openheid, open source, respect voor elkaar en vooral samen. Omdat we met onze virale organisatie een virtuele internetorganisatie zijn. We focussen op de kwaliteit van de ‘servers’ en de kwaliteit van de verbindingen daartussen.
In plaats van dat iedereen een ‘beetje van alles’ doet, richten we ons als ‘servers’ op onze kerntaken. De lokale energiebedrijven doen voortaan waar ze voor zijn opgericht, lokale duurzame energie-projecten realiseren. De lokale zwermen versterken elkaar op lokale bijeenkomsten. Organisaties die de voorlopers in het licht zetten, zetten de voorlopers in het licht. En we gaan niet meer allemaal op de stoel van branchevereniging of kennisinstelling zitten en allemaal lobbyen in Den Haag of een wiki maken voor heel Nederland. Wat een opluchting. We hoeven niet meer allemaal alles te doen, de niche wordt een volwassen onderdeel van de bedrijfstak met een verdeling van taken.
Onze branchevereniging is al midden in dit proces. Op de volgende ledenvergadering van E-Decentraal worden de leden ongetwijfeld in staat gesteld de nieuwe organisatie vorm te geven. Als wederom de voorzitter, de werkorganisatie en de “bijzonder aangeslotenen” al bekend zijn, zoals bij de oprichting, gaat het niet goed. Het is nu tijd dat de branchevereniging echt van ons is, de lokale duurzame energie-initiatieven. Eén parttime lobbyist, een administrateur en een nieuwsbrief. En een betrokken bestuur dat bestaat uit mensen die zelf de praktijk van lokale duurzame energie-initiatieven meemaken. De administrateur heeft tijd en respect voor de vragen vanuit de lokale initiatieven. Deze meldt ons wanneer we zijn uitgenodigd voor overleg in Den Haag, vraagt wat onze punten zijn, vertelt wat er besproken is en we houden elkaar op de hoogte middels dit ‘serverpunt’. Vanaf de volgende vergadering is E-Decentraal “van ons” en is er geen wij-jullie meer.
Ons landelijke kennisplatform HIER opgewekt zorgt al jaren met fantastische kennisuitwisselingsbijeenkomsten voor kwaliteit in onze verbindingen. Zoals in de Rijtuigenloods en tijdens de P-NUTS Awards. En voor een open source kennisplatform waarop iedereen het laatste onderzoek vindt. En zij zorgen voor lokale ‘servers’, de servicepunten, in elke regio, die alles weten over lokale duurzame energieopwekking. Over de laatste ontwikkelingen in Den Haag, techniek, financiën en netwerk. En ook deze club hoeft niet meer te lobbyen voor ons.
In elke regio zijn verder lokale bewegingen die geïnitieerd worden door vooral ondernemers die minstens 15 jaar in die regio blijven werken en ook bestaan uit overheid, onderwijsinstellingen en de vierde ‘O’, de organisaties van onszelf, de burgers die vaak overdag werken bij één van de andere drie O’s. En wij wisselen ervaringen uit met andere initiatieven, brengen onderzoeksresultaten van onze kennisinstellingen in bij het landelijke kennisplatform en hebben contact met de branchevereniging over lokale vraagstukken die landelijk kunnen worden opgelost.
We smeden het ijzer nu het heet is. We verbinden onszelf tot een grote ‘O’. De ‘O’ van de oplossing die we vinden door aandacht te geven aan wat er werkelijk aan de hand is. Namelijk, het wordt ons heet onder de voeten. En er is hóóp!
Reacties