Log in
inloggen bij Renda
Hulp bij wachtwoord
Geen account?
shop word lid
Home / Columns

Yes, in my back yard please!

We zijn met een aandeel van 4,7% hernieuwbare energie bijna het slechtste jongetje van de klas. Zo blijkt ieder jaar weer uit de duurzaamheidsranking in Europa. Dat is niet leuk, maar biedt wel prachtige kansen. Dat betekent namelijk dat er nog genoeg duurzame productiecapaciteit onbenut is in Nederland. Dat zie je ook terug in de ambitie uit het Energieakkoord om 6000 MW wind op land te hebben gerealiseerd. Dat is een slordige 3500 MW bovenop het huidige geïnstalleerd vermogen. Dat zijn al gauw 2000 flinke windmolens. Maar: wie betaalt deze reuzen? Waar komen ze te staan? En wie profiteren ervan?

Laten we eerst eens kijken hoe het er nu voor staat. In 2012 was het geïnstalleerd vermogen uit wind in Nederland 2434 M. De meeste molens zijn eigendom van de grote energiebedrijven en zijn veelal gefinancierd vanuit de oude MEP-regeling of SDE-regeling. Slechts een klein deel is in handen van coöperaties zoals De Windvogel, Deltawind en Kennemerwind. Dat aandeel mag wat mij betreft flink omhoog. Want daar ligt de sleutel naar een succesvolle opschaling van wind op land en zee. ‘Zijn de bestaande spelers in de energiemarkt niet in staat de ambitie uit te voeren?’, hoor ik u denken. Wat mij betreft is het antwoord ‘nee’ en ik leg u graag uit waarom ik er zo over denk. Een windmolen kan – dankzij de SDE-regeling die met maatschappelijk kapitaal wordt onderhouden – een commercieel rendement tussen de 15 en 25% opleveren. Dat is hoog. Wat zien u en ik daarvan terug? Niets. Oftewel: met mijn maatschappelijk kapitaal worden er projecten gerealiseerd met een fors rendement en ik zie er niets van terug. Oh ja, de windmolens staan ook nog eens in mijn achtertuin. Ik heb dus alleen maar lasten en geen lusten. Dat leidt al gauw tot het NIMBY-effect: not in my back yard! Ja, ook bij mij.Begrijp me niet verkeerd: ik ben een groot voorstander van meer duurzame opwekcapaciteit. Maar als ik moet kiezen tussen een windturbine in mijn dorp die geëxploiteerd wordt door een commercieel energiebedrijf (dus geen zeggenschap en geen winstdeling) of helemaal geen windturbine … Dan kies ik voor het laatste. Overigens is het tegenovergestelde ook waar. Want ik zeg volmondig ‘Yes, in my back yard please!’ als het om coöperatieve windmolens zou gaan. En als we met de overwinst lokale maatschappelijke initiatieven zouden financieren, zoals nieuwe lokale opwek uit andere bronnen, wijkverbetering of scholen. Uiteraard in samenspraak met alle leden.

En het momentum voor coöperaties is daar. Ze worden steeds meer gezien als een stakeholder in de energiemarkt waar men niet meer omheen kan. Bovendien zie je dat de inwoners van Nederland er klaar voor zijn, getuige de animo die er is voor een product als winddelen van de Windcentrale. Maar hoeveel mooier zou het zijn wanneer we niet alleen de windopbrengst delen, maar ook de windmolen zelf? Ook het succes van de uitgifte van obligaties van Eneco in Houten samen met Uwind is een helder teken dat de markt er klaar voor is. Wist u trouwens dat met het totaal aan uitgegeven obligatieleningen de molens ook volledig zelf gefinancierd hadden kunnen worden?

De tijd is dus rijp. Maar vanzelf gaat het niet. Wij moeten er nu met z’n allen voor zorgen dat we het coöperatief perfect geregeld krijgen. Laten we dus onze kennis en kunde met elkaar delen. Laten we goede initiatieven toejuichen. Laten we pleiten voor zeggenschap en een gezonde eigendomsverhouding. En laten we ervoor zorgen dat het rendement terechtkomt waar het hoort. Zodat we er allemaal beter van worden. Na jaren van coöperatieve wind wordt het nu de hoogste tijd om te gaan oogsten!

 Tips:

  • Bekijk het initiatief van VEC Noord-Brabant: “De wind waait voor iedereen” en teken de petitie.
  • Bezoek op 15 november het congres van Hier Opgewekt en volg de workshop 5.3 van Dirk Vansintjan van Ecopower en Siward Zomer van de Windvogel, o.a. over hun gedachten over coöperatieve wind.

Reacties

Renda ©2024. All rights reserved.