Log in
inloggen bij Renda
Hulp bij wachtwoord
Geen account?
shop word lid
Home / Columns

Zo klein als mogelijk, zo groot als nodig

Duurzaamheid, dat zit niet in onze genen
Voordat ik met de Stichting Energietransitie Nederland begon en later de coöperatieve vereniging Energie Dongen, werkte ik bij Stichting De Kleine Aarde in Boxtel. Daar werd ik iedere dag geconfronteerd met het onduurzame gedrag van de mens. Ondanks de waarschuwende rapporten Club van Rome en Our Common Future, komt de mens maar niet in actie. Ik vroeg mij steeds meer af hoe het komt dat wij ondanks ons hoogontwikkelde niveau er met zijn allen zo’n puinhoop van kunnen maken; maatschappelijk, ecologisch en economisch.

Ik startte daarop een rondgang langs een paar psychologen die me dit misschien wel konden uitleggen. De eerste die ik ontmoette was Rick van Baaren. Hij vertelde me dat mensen van nature opzoek zijn naar instant persoonlijk plezier en ellende zo ver mogelijk van zich willen houden. Een veranderend klimaat wordt dan ook bij de waan van de dag beleefd. Wordt het hier warmer dan leggen we dat uit als lekker mediterraan en wordt het hier kouder dan zeggen we met zijn allen dat er geen sprake is van opwarming.

Marc van Vught is evolutionair psycholoog. Hij zoekt de verklaring voor ons onduurzame gedrag in onze ontstaansgeschiedenis. Onze voorouders waren alles behalve zeker dat ze er het volgende jaar nog zouden zijn. Wie te veel tijd investeerde in de toekomst, ten koste van dringendere noden, verkleinde zijn overlevingskans. Daarom geven we de voorkeur aan de korte termijn,  duurzaamheid staat niet op ons prioriteitenlijstje. Volgens Van Vught moeten we omkijken als we de huidige milieuproblemen willen begrijpen. Evolutionair gezien, leven we pas seconden in grote steden en werken we pas milliseconden in multinationale ondernemingen. Dat terwijl we uren hebben doorgebracht in groepjes jagers en verzamelaars van 50 tot 150 mensen waarbinnen het op elkaar vertrouwen een noodzaak tot overleven was.

Nu maak ik een hele grote gedachtesprong. Zou het kunnen dat de mens zich terugtrekt in lokale groepjes en decentraal in de eigen lokale gemeenschap aan de slag gaat, omdat blijkt dat het geliberaliseerde systeem van banken, energie-, zorg- en voedselvoorziening zelfs op de korte termijn niet meer in onze dringende noden kan voorzien?

In Dongen, waar ik woon, ervaar ik de laatste tijd steeds meer het gedeelde gevoel de krachten te bundelen op meerdere thema’s. We zullen moeten samenwerken om de vele uitdagingen waar we voor staan, aan te gaan. Er komt steeds meer leegstand van winkels, op 11.000 huishoudens zijn er bijna 500 werklozen van 50 jaar en ouder, de huizenmarkt zit volledig op slot en het lokale bedrijfsleven krijgt het ene na het andere faillissement voor haar kiezen met alle gevolgen van dien.  Om dit tij ten gunste te keren, kijken we uitdrukkelijk naar de kasstromen die ons dorp uit gaan. Voor het totale energiegebruik is dat ruim 40 miljoen euro per jaar. Nu de techniek er is, is het dus logisch dat we fors inzetten op energiereductie in de bestaande bouw en lokale productie als dit maar waarde toevoegt aan de lokale gemeenschap. Dat deze aanpak ook CO2 reduceert is mooi meegenomen maar kent geen topprioriteit.

Een eigen renderende windmolen is dus logisch, een windmolen van een projectontwikkelaar niet. Geen lusten voor de lokale gemeenschap, dan ook geen lasten is de redenatie, die kunnen we er nu niet bijhebben. Op dezelfde manier redeneren ook het net opgerichte lokale bouwcollectief, het glasvezel en zorg-initiatief, een voedselcoöperatie in voorbereiding, de verenigde ondernemers in Duurzaam Dongen en de coöperatieve vereniging 50+werkers. Het zijn allemaal groepjes jagers en verzamelaars die zich richten op overleven op de korte termijn.

Omdat ik betrokken ben bij veel lokale initiatieven in andere dorpen en wijken weet ik dat dit bij de meeste van deze initiatieven ook zo is. Daarom werken we ook samen in de VEC Noord Brabant onder het motto ‘zo klein als mogelijk, zo groot als nodig’. Bovenlokaal doen we alleen die dingen waarvoor we lokaal te klein zijn. Als het daarna nog echt nodig is, zal er naar nationale samenwerking gezocht worden, maar echt alleen als dit lokaal of regionaal niet kan. Alles wat omgekeerd te werk gaat (top-down of ‘ik’ in plaats van ‘wij’) zal niet meer werken.

Zolang het Europese emissiehandelsysteem haar werk niet doet, blijven subsidies nodig om duurzame energie te stimuleren. Beste overheid, zorg er dan ook voor dat die subsidies waarde toevoegen aan de onderheid, de O van onderop, de lokale initiatieven. Iedere euro subsidie die terecht komt in de oude markt is water naar de zee dragen.

Reacties

Renda ©2024. All rights reserved.