De uitkomst van het onderzoek toont aan dat het kabinetsbeleid een grote en negatieve invloed heeft op investeringen in energiebesparing. Bij slechts 15 van de 52 ondervraagde corporaties kunnen alle voorgenomen projecten doorgaan. Ruim twee derde maakt een pas op de plaats of stopt helemaal met investeren.

De doelstelling uit het energiebesparingsconvenant is onder druk komen te staan, zo is te concluderen uit de inventarisatie. Er zijn maar 14 corporaties (27%) die verwachten dat zij de doelstelling gaan halen en 40 procent van alle ondervraagde corporaties verwacht nu al dat het niet gaat lukken om in 2020 op energielabel B uit te komen. Omgerekend in woningaantallen gaat dit om 54 procent van de corporatiesector. Corporaties die verwachten de gestelde doelstelling niet te halen, zijn onder andere Woningstichting Den Helder, Elkien uit Friesland, Wonen Breburg uit Brabant en Ymere uit Noord-Holland.

Corporaties geven verschillende redenen aan om energiebesparingsplannen uit te stellen of af te blazen. Verreweg de meest genoemde oorzaak is de verhuurderheffing; de jaarlijkse bijdrage van 1,7 miljard euro aan het Rijk trekt een streep door energiebesparingsplannen. Corporaties voelen zich genoodzaakt om te bezuinigen op projecten en zien hun investeringsruimte krimpen. Daarnaast speelt onzekerheid over de toekomst een rol; sommige corporaties willen eerst reorganisaties en andere bezuinigingsoperaties uitvoeren voordat zij verder kijken naar hun investeringsagenda.

De Woonbond maakt zich zorgen over de veranderende plannen van corporaties. Zij stelt voor om de verhuurdersheffing door een investeringsplicht te vervangen, onder andere in energiebesparing.