‘Wij willen niet iedereen financieren, maar alleen degenen die onderdeel zijn van de toekomst.’ Deze woorden tekende het Financieele Dagblad vorig jaar op uit de mond van Bouke de Vries van Rabobank tijdens de ondertekening van een verklaring door 50 vertegenwoordigers van financiële dienstverleners. Een verklaring die erop neer komt dat geld lenen alleen nog mogelijk is als de duurzaamheidscomponent groot genoeg is. Dit geldt voor grote multinationals tot aan de particuliere huizenkoper zoals jij en ik.
In beweging
De financiële sector bundelde de krachten en kwam zo vorige zomer met een krachtig statement. Financiële instellingen waren slechts zijdelings betrokken bij de totstandkoming van het klimaatverdrag van Parijs en ook bij alle tafels van het Nederlandse Klimaatakkoord was hun inbreng erg beperkt. Maar met een uitstaand vermogen van 3.000 miljard euro wisten de 50 deelnemende partijen natuurlijk ook wel dat zij een en ander in beweging kunnen krijgen. De sector ontwikkelt nu onder meer tools om de CO2-uitstoot van hun investeringen te meten en monitoren. Zakelijke klanten kunnen binnenkort bezoek verwachten van hun bank die wil inventariseren hoe het bijvoorbeeld staat met hun energieverbruik. Gezamenlijk zullen banken en klanten innovaties en maatregelen bespreken.
Banken en beleggers
De kredietverstrekkers weten uiteraard heel goed dat zij niet anders kunnen. Bedrijven die niet aan de gewenste milieueisen voldoen, plaatsen zichzelf buiten de markt en raken achterop. Dan kunnen de instellingen fluiten naar hun geld en dit leidt tot een forse waardevermindering van hun portefeuille. Banken en beleggers zijn zich wel degelijk bewust van hun verantwoordelijkheid in de samenleving, maar de maatregelen zijn voor een groot deel ook eigen belang. Woningcorporaties krijgen hier in zekere zin ook mee te maken, mede door de inwerkingtreding van de aangescherpte BENG-eisen per 1 januari 2021. Zij zullen onder andere hun bezittingen moeten vergroenen en verduurzamen anders lopen zij het risico dat deze onverkoopbaar of onverhuurbaar worden. De reserves zullen snel slinken. Tegelijkertijd zullen zij ook te maken krijgen met de verscherpte, groene eisen van kredietverstrekkers. Corporaties zullen duurzame oplossingen moeten bedenken om überhaupt ruimte te krijgen om te investeren.
Circulariteit
De corporatiesector zoekt hierbij naar mogelijkheden om energiebesparende maatregelen te nemen en iets te doen aan de CO2-uitstoot. Het is raadzaam dat zij hierbij ook het circulariteitsbeginsel betrekken. In het Klimaatakkoord wordt immers ook het thema circulariteit benoemd als een belangrijke pijler van klimaatbeleid: ‘…we hebben allemaal wel behoefte aan een minder hoge energierekening en een comfortabeler woning. Dit kunnen we goed uitvoeren, […] als we de verduurzamingsopgave breder zien dan alleen een energieopgave en ook circulariteit een voorwaarde laten zijn.’
Total Benefits of Ownership
Circulariteit: ervoor zorgen dat je materialen blijvend opnieuw kunt gebruiken. Het klinkt als ingewikkeld en omslachtig in relatie tot het (ver)bouwen van een appartementencomplex, maar wie even verder kijkt, ziet kansen om én circulair te ontwikkelen én een energieslag te slaan. Circulariteit is daarmee tevens een instrument waarmee corporaties los kunnen komen van hun obsessie met het kijken naar de bouwkosten van projecten alleen. Dit geeft een te eenzijdig beeld en is ‘regeren is vooruitschuiven’. Door circulariteit toe te passen in projecten, krijg je een bredere blik op kosten en opbrengsten van projecten. In plaats van de bouwkosten, kijk je naar de Total Cost of Ownership (TCO) en vervolgens naar de Total Benefits of Ownership. Dit is een concept waarmee voordelen als wooncomfort, veiligheid en gezondheid net zo belangrijk zijn als kostenbesparingen.
Uit onderzoek van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw en ABF Research naar de financiële houdbaarheid van de corporatiesector (zie artikel van 4 juli 2020 in het Financieele Dagblad) blijkt dat woningcorporaties de komende jaren tientallen miljarden euro’s tekort komen voor nieuwbouw en verduurzaming onder andere ten gevolge van uitgaven aan onderhoud en beheer. Met de TCO-aanpak los je niet meteen alle problemen op de korte termijn op, maar wanneer besluiten op basis van kosten over de levensduur in plaats van de initiële investering worden genomen, dan nemen de uitgaven voor beheer en onderhoud in de toekomst substantieel af.
Circulaire kozijnen
Een goed voorbeeld is het toepassen van aluminium, het enige materiaal voor kozijnen dat volledig herbruikbaar is. Aluminium kozijnen hebben een gunstige TCO; dit leidt tot een jaarlijkse besparing van 100 euro per eengezinswoning. De TBO zijn nog groter: energiebesparing, minimaal onderhoud en een gunstige daglichttoetreding, wat allemaal bijdraagt aan het woongenot. De voordelen voor zowel de corporatie als voor de huurders gaan hand in hand. En juist dat is zo van belang om de sociale opgave van de klimaatuitdagingen goed te volbrengen. Het moet allemaal behapbaar blijven voor de starters die een hypotheek nemen waarin een deel is gereserveerd voor duurzaamheidsmaatregelen en voor de huurder die wil zien dat lusten en lasten eerlijk worden verdeeld. De energietransitie moet ook op individueel niveau betaalbaar blijven.
Met de TCO en de TBO in de hand kunnen corporaties in kaart brengen welke duurzaamheidsmaatregelen voor hen en hun stakeholders werken. Zo zorgen zij enerzijds voor rendement van hun investeringen en anderzijds kunnen zij kredietverstrekkers overtuigen van hun groene inspanningen. De sector, die toch al veel te lijden heeft van de stikstofmaatregelen, voorkomt op deze manier dat de geldkraan wordt dichtgedraaid en dat projecten nog verder onder druk komen te staan.
Reacties