Na drie jaar zwoegen is het een feit: Verhuurders die hun woningen tot een (bijna) nul-op-de-meter woning renoveren, mogen vanaf vandaag (1 september), een energieprestatievergoeding (EPV) van hun huurders vragen, zo meldt de Rijksoverheid woensdag op haar website. De huurder en verhuurder moeten het samen eens worden over de hoogte van de vergoeding.
De wet is niet alleen in het leven geroepen vanwege het Energieakkoord waarin staat dat de sociale huurwoningen van corporaties in 2020 gemiddeld energielabel B moeten hebben, maar is ook bedoeld ter stimulans voor innovatie en werkgelegenheid in de bouw. Dankzij de EPV is een deel van de investering die de verhuurder in de NoM-woning pompt, terug te verdienen. De huurder krijgt op zijn beurt, zo luidt het bericht van de Rijksoverheid, meer duidelijkheid over de redelijkheid van de vergoeding en de woonlasten na de renovatie.
Minister Blok – de komt van minister Blok (Wonen en Rijksdienst) en minister Van der Steur (Veiligheid en Justitie) - werkt op verzoek van de Tweede en de Eerste Kamer nog aan een regeling die huurders garandeert dat hun woonlasten niet of nauwelijks stijgen. De EPV moet dus ongeveer overeen komen met de besparing op de energielasten.
Het nieuwsbericht van de Rijksoverheid meldt dat de EVP binnenkort ook mogelijk wordt voor ‘zeer goed geïsoleerde huizen met een aansluiting op aardgas’. Dit op voorwaarde dat het huis ‘zo veel duurzame energie opwekt, dat er elektriciteit terug gaat naar het net’. Dit ter compensatie van het verbruik van aardgas. Volgens Cobouw kwam dit nog al als een pijnlijke verrassing voor de bouw. Maar, het is ook nog niet definitief: tot 11 september loopt hierover een openbare internetconsulatie.
Reacties