Een Walhalla voor adviseurs, maar wat schieten we ermee op? Ik pleit absoluut niet voor een gestandaardiseerde uitrol van de energietransitie. Ik ga niet beweren dat een plan van aanpak dat past bij de karakteristieken van een wijk onzinnig is. En natuurlijk, wanneer je achter de voordeur komt van mensen, met warmte, met isolatie, zonder gas, dan ga je daarover in gesprek. Investeringen koppelen aan logische vervangingsmomenten en rekening houden met de effecten in de portemonnee. Maar de energietransitie is geen lineair proces dat zich laat vangen in een beleidsstuk. Dat bleek ook al in 2000, 2005 en 2010.
Wie dat niet gelooft, leest dan nog even terug wat er destijds werd gezegd over zonne-energie (niks voor Nederland), wind op zee (nog heel lang veel te duur), elektrische auto’s (hier gaat automotive niet in investeren) van het gas af (u bent niet wijs). De energietransitie heeft ruimte en ambitie nodig, maar vooral lef om het in praktijk te brengen. En dat bereik je niet met een nieuwe laag plannen. De Energietransitiebureaucratie zet in op Regionale Energie Strategieën. Decentrale overheden gaan afstemmen, uitwerken, draagvlak bouwen, integraliteit bevorderen en daar komt dan eind 2019 een soort optelsom in TWh uit. Komt deze strategie dan in plaats van de talloze energiebeleidsstukken en agenda’s die er op decentraal niveau al zijn? En weet u wat er na 2019 gaat gebeuren (als het niet 2020 wordt). Dan gaan we deze strategieën doorvertalen in gemeentelijke opgaven en vastleggen in een omgevingsvisie. Waarna concretisering plaatsvindt in een omgevingsverordening of omgevingsplan. Ik verzin dit niet. Ik voorspel wel dat tegen de tijd dat we daar zijn, de werkelijkheid er weer een beetje anders uitziet, alsmede de politieke kleur van het college. Quote uit het Klimaatakkoord: “Gemeenten zullen uiterlijk eind 2021 een transitievisie warmte instellen waarin het tijdspad waarin wijken worden verduurzaamd, is vastgelegd”.
We moeten op stoom komen met 200.000 woningen per jaar, dus beginnen we maar eens met een visie in 2021. Dat is tweeëneenhalve maand voor de volgende gemeenteraadsverkiezingen. Dat terwijl een visie geen enkele rechtskracht heeft, dus natuurlijk zijn doorvertaling nog moet krijgen in verordeningen en bestemmingsplannen. Het is moeilijk te volgen waarom het Klimaatakkoord klakkeloos aanneemt dat de omslag zich wel laat vangen in visies en vergezichten. Waarom toch dit akkoord aangrijpen om beleidsafhankelijkheid te creëren?
Ja we gaan pilots en proefprojecten doen, maar eerst een strategie maken. Warmte in deze wijk? Wie er geen zin in heeft wijst fijntjes naar de visie die nog moet worden opgesteld. En wie denkt dat harde noten in een Regionale Energie Strategie gaan worden gekraakt, heeft de afgelopen 20 jaar geen beleidsstuk gelezen. Wellicht nog belangrijker dan de vertraging die wordt ingebouwd, is de illusie dat het transitieproces maakbaar is. Het is prima om een aantal strategische lijnen te hebben en op wijkniveau te kijken naar passende oplossingen en stil te staan bij diepte-investeringen. Laten we er geen energietransitiebureaucratie van maken, maar ons concentreren op veranderingen mogelijk maken en realiseren.
Ik wil positief eindigen. Ik heb de afgelopen jaren een windpark gezien op land van initiatiefnemers die ooit begonnen zijn met molentjes van niks toen iedereen zich afvroeg waarom (Windpark Krammer). Een geothermieproject dat tuinders en wellicht een deel van de omgeving van het gas af haalt (Trias Westland). Een partij die snellaadinfra langs wegen plaatste, op het moment dat niemand anders erin geloofde (Fastned). Wijken die collectief zonder gas worden gerealiseerd (Oostenburg Amsterdam). Een nieuw warmtenet bij een zoutfabriek (Akzo/Hengelo). Deze projecten zijn geen onderdeel van een visie, maar ambtenaren die durven, ondernemers die doen. Een Klimaatakkoord is zijn naam waard indien de handen ineen worden geslagen rondom realisatie. Ik bied bij deze met liefde aan om de rode pen te hanteren.
Jan-Coen van Elburg is directeur van Rebel Energy.
Reacties