Van 4 naar 16 procent duurzame energie in zeven jaar, daar is een Energiewende voor nodig, een knik in de grafiek. Die gaat er niet komen met het huidige beleid. Hier is iets structureel anders voor nodig. Zelflevering, het erkennen dat zelfopgewekte energie niet belastbaar is, wordt door mij en vele anderen gezien als de oplossing die een structurele verandering kan brengen.
Het invoeren van beleid moet natuurlijk nauwkeurig gebeuren. Anders zijn we snel arm, zoals Henri Bontenbal schrijft. Ik ben het dan ook met Henri en Igor eens dat we daar goed naar moeten kijken. Hoeveel is er daadwerkelijk nodig en waar zou je dat dan moeten halen. Een korte aanzet hiervoor: het IMF adviseerde onlangs om de subsidie aan de fossiele industrie te verlagen. Link het geld dat daar bespaard wordt aan de ‘nadelige gevolgen voor de schatkist’ die ontstaan door zelflevering toe te staan. Zie het als een communicerend vat dat zichzelf in balans houdt.
Genoeg over geld, nu terug naar de discussie waar het echt over moet gaan: de redenen waarom zelflevering toegestaan moet worden. Zoals gezegd, er moet een structurele verandering komen in het beleid van Nederland. Tot nu toe is de enige constante de verandering geweest in het Nederlandse duurzame energiebeleid. Een beleidsperiode van maximaal vier jaar, een subsidiepotje hier en een fiscale maatregel daar. Het lukt niet om duurzame energie van de grond te krijgen. Er ontstaat geen structurele groei. Zelflevering brengt die rust. Door te erkennen dat zelfopgewekte energie onbelastbaar is, hebben we geen stimulering van de overheid nodig, geen fiscale maatregel die elk jaar kan veranderen. Het geeft duidelijkheid. We halen het onbetrouwbare beleid van de overheid ertussenuit. En niet te vergeten, we bouwen dan eindelijk windmolens die niet op subsidie draaien, zoals Mark Rutte het graag ziet.
Want dat knaagt nog steeds. Een paar jaar geleden stond Rutte met een guitige glimlach te vertellen dat windmolens op subsidie draaien. Dat stak bij de energiecoöperanten. Het geld heeft de overheid namelijk eerst bij ons burgers opgehaald, toen rondgepompt in Den Haag en vervolgens krijgen wij daar voor onze windmolen een fractie van terug. Subsidie noemen ze dat in Den Haag, omslachtig en inefficient noemen we dat bij de energiecoöperaties. Laat dat geld bij de burger. Maak het voor de burger logisch om direct te investeren in duurzame energie. Creëer een situatie waarin het voor de burger slimmer is om zelf energie op te wekken voor eigen gebruik dan grijze stroom van een bedrijf te kopen. Dat zet de burgers in hun kracht, die gaan het doen.
De onnodige overheidsbemoeienis doet geen recht aan de verantwoordelijkheid die de energiecoöperanten op zich willen nemen. De burgers zijn afhankelijk van het centralistische herverdelingssysteem van de overheid. Daar moeten zij als kleine partij in de markt en zonder professionele lobbyisten in Den Haag concurreren met grote gevestigde belangen. De vrijheid om als burger de verantwoordelijkheid te nemen voor je eigen consumptie, wordt hiermee drastisch ingeperkt.
Dan is er nog het argument dat de energiebelasting bestaat om verspilling te voorkomen. Te goedkope elektriciteit haalt de stimulans weg om te besparen. Daar ben ik het volledig mee eens. De leden van de Windvogel hebben daarom ook afgesproken dat de prijs van elektriciteit nagenoeg gelijk te houden. De 11 cent per kWh die de coöperant nu afdraagt aan de overheid komt op zijn rekening te staan bij de coöperatie. De coöperatie investeert dat vervolgens weer in nieuwe duurzame energieprojecten in Nederland. Wat ons betreft verplicht de overheid dit voor alle coöperaties. Dan maak je de elektriciteitsrekening van de burger een middel om te investeren in duurzame energie. Ook weet de overheid zeker dat het geld ingezet gaat worden voor een versnelling van de energietransitie in Nederland.
Henri Bontenbal concludeert dat de zelfleveringsdiscussie nog steeds niet goed gevoerd wordt. Mijn advies, laat je niet verleiden tot een discussie over geld. Er is geld genoeg. Dat zit al bij de burgers. De discussie moet gaan over of we het geld eerst moeten ophalen bij die burger om het dan door te sluizen naar andere spelers in de energiemarkt. Of gaan we de lusten en de lasten leggen bij dezelfde speler. Als dat laatste het antwoord is dan volgen de ondersteunende berekeningen en discussies die daar voor nodig zijn en hoe we dat gaan regelen, juridisch en fiscaal. Als we bij alle noodzakelijke veranderingen beginnen met de vraag: wat kost dat? Dan wordt onze toekomst bepaald door geld terwijl wij als burgers eerst direct zeggenschap willen hebben over de wenselijkheid van onze toekomst.
Reacties