Evamarije: “Hallo Jan! Wat me opvalt aan de artikelen van dit nummer is de enorm positieve insteek van allerlei verschillende mensen die - om het even stichtelijk uit te drukken ‘hun eigen verantwoordelijkheid’ nemen. Sterker nog, ze lijken vanuit een soort autonome onzichtbare kracht in de actie-stand gekomen. Kijk naar een Kemkens die ‘ontspannen’ doorwerkt aan circulaire producten, WonenBreburg die gespikkeld bezit aanpakt, energieke gepensioneerden die inwoners met een kleine portemonnee helpen, opbouwwerkers die kans zien een rol te spelen in de energietransitie en Stichting Steenbreek, een heel concreet initiatief om je eigen buurt te vergroenen. Zoveel enthousiasme. Het raakt me. Ik word er blij van! Wat zie jij?”
Jan: Het klopt inderdaad wat je zegt. Het zijn allemaal hele positieve initiatieven, vanuit allerlei (vaak verrassende) hoeken. Klaarblijkelijk leidt het in beweging komen door individuen of kleinere maatschappelijke organisaties daadwerkelijk tot resultaten op het gebied van duurzaamheid, biodiversiteit en circulariteit. Dit in tegenstelling tot grote, door de overheid georganiseerde initiatieven - denk onder andere aan de Renovatieversneller - die groots en meeslepend zijn opgezet, maar die telkens weer stranden op de eisen, voorschriften, regels, bestaande verdienmodellen, resultaateisen etc. etc.
Evamarije: “Wat is de overeenkomst tussen al deze verschillende mensen en initiatieven? Denken in mogelijkheden in plaats van onmogelijkheden? Klein beginnen binnen je eigen leefwereld?”
Jan: “Ja, het zijn de ‘kleinere’ initiatieven, vaak vanuit een intrinsieke motivatie, die tot succes leiden, mensen die niet bang zijn om een keer te “struikelen”, die gewoon weer opstaan en leren van het struikelmoment en met nóg meer enthousiasme aan de slag gaan om het gestelde doel te bereiken.”
“Kortom: hoe breng je echt verandering tot stand? Door van bovenaf opgelegde regels en voorschriften om de klimaatdoelstellingen van Parijs te halen óf door particuliere initiatieven, initiatieven van maatschappelijke bewegingen en ngo’s om een betere wereld voor de volgende generaties achter te laten?”
Evamarije: “Het laatste lijkt me. Het verduurzamen is dus vooral een hele ‘menselijke’ klus. Veel meer van mensen dan we eerst dachten. Als je dit vertaalt naar de dagelijkse praktijk van onze leden en partners, kan het zo zijn dat professionals daar nog meer oog voor mogen hebben? En zie je verschillen tussen professionals? Bijvoorbeeld zij met een technische, financiële, of sociale achtergrond? Wat zou jij, vanuit jouw ervaring, hen willen adviseren?”
Jan: "Tja Evamarije, dat zijn een heleboel vragen in één zin. Leden van Renda zijn over het algemeen professionals die sowieso al op een bredere en op een meer innovatieve wijze kijken als het gaat om onderhoud en renovatie. Integraliteit blijkt hierin een sleutelwoord te zijn. Het is een samenspel van meerdere disciplines in de bedrijfsvoering, zowel aan de opdrachtgeverszijde als aan de opdrachtnemerszijde. Dit leidt tot een breed draagvlak als het gaat om nieuwe ideeën in het kader van verduurzaming. Een nieuw idee wordt dan niet ‘afgeschoten’, maar gezamenlijk verder ontwikkeld om het praktisch toepasbaar te maken."
“Ik moet hierbij ook wel denken aan het volgende voorbeeld: Als je iets wil bereiken met een idee, vraag dan eerst een kunstenaar. Die kan en mag, op basis van artistieke vrijheid, met de meest ‘wilde’ ideeën komen. Zoek daarna een échte ondernemer die het idee verder gaat ontwikkelen om het praktisch toepasbaar te maken. Vervolgens creëer je breed maatschappelijk draagvlak en het idee is levensvatbaar en wordt omarmd! Daarna wordt het idee ook wel geaccepteerd door overheid en wordt, waar nodig, wet- en regelgeving aangepast.”
Reacties