Onder het mom van ‘woningnood’ neemt de druk op de stadsgrenzen toe en worden er huizen gebouwd in het groen, ver verwijderd van werk en scholen. Een optie die weinig duurzaam is en ook niet erg wenselijk vanuit maatschappelijk oogpunt. De natuur levert steeds meer ruimte in, de biodiversiteit neemt af én het veroordeelt bewoners tot veel autokilometers.
Het bouwen van nieuwe woningen aan de rand van de stad is voor woningbouwcorporaties vaak een economisch aantrekkelijke optie. De huizen trekken nieuwe huurders aan, zijn optimaal geïsoleerd en de kosten voor onderhoud en energie vallen lager uit.
Financieel gewin
Maar is het echt voordeliger om ons groen op te offeren voor deze nieuwe huizen? Als er veel geld uitgegeven moet worden aan een nieuwe infrastructuur én tegelijkertijd de mobiliteitskosten voor bewoners omhoog schieten, dan is er per saldo weinig financieel gewin. Bovendien wordt de CO2-footprint niet kleiner door alle nieuwe bouwmaterialen die nodig zijn. En dan zijn de ‘zachte’ waarden nog buiten beschouwing gelaten.
Het verlies aan vrije tijd door het forenzen kent geen geldwaarde. Bovendien is het moeilijk om aan het behoud van de groene omgeving een bedrag toe te kennen. En dat geldt ook voor het stimuleren van de biodiversiteit, zodat bijenpopulaties en vlinders weer kunnen floreren.
Rob de Jong
Wijken transformeren
Dit roept de vraag op of we niet vanuit een breder perspectief moeten kijken naar de huidige woningopgave? Of we nog beter moeten zoeken naar de mogelijkheden binnen de bestaande omgeving? En, of we de wijken die we na de Tweede Wereldoorlog bouwden positiever moeten benaderen? Deze bevinden zich meestal op fietsafstand van het centrum, de huizen staan op ruime percelen, de bomen zijn er volgroeid, alle infrastructuur is aanwezig en het openbaar vervoer is voorhanden.
Bovendien zijn het buurten met een verhaal; bewoners hebben hier een geschiedenis vol familieverhalen. Voor hen is de buurt veel meer dan een verzameling huizen; het is hun thuis. Natuurlijk zien zij graag dat hun buurt opleeft, dat de energienota lager is en dat woningen een facelift ondergaan. Maar daarvoor hoeven ze geen afstand te doen van alles wat hen dierbaar is. Door wijken te verdichten en te transformeren kan er veel waarde toegevoegd worden, zowel energetisch als esthetisch.
Rob de Jong
De waarde van de omgeving
Dat is overigens niet alleen mijn mening. In Panorama Nederland schetst Rijksbouwmeester Floris van Alkemade een visie op Nederland. Hij pleit ervoor om de randen van de stad niet uit te breiden, maar oog te hebben voor de kracht van het bestaande. Om de waarde te zien van de omgeving die we creëerden; om wat goed is te behouden en waar mogelijk Nederland mooier en beter te maken.
Hij wil oude wijken, zowel letterlijk als figuurlijk, nieuwe energie geven en pleit ervoor om de sociale cohesie te versterken en buurten aantrekkelijk te maken. Door zijn panoramabril komen de kwaliteiten tevoorschijn. Hij geeft circulariteit de enige definitie die het verdient: het hoogwaardig (her)gebruik van gebieden, gebouwen en materialen. In die volgorde!
Reacties
Brando - In De War BV - Gevelsystematiek 05 juni 2019 11:21
Is die altijd lont? Of ook en alleen des zomers? Vraag dat af. Niet altijd summier en frandool.
Ger Warries - Daal Warries Architecten 14 mei 2019 22:19
Mee eens. Zeker vanuit duurzaam oogpunt, in alle(erlei) opzichten. Maar straks zien we door de huizen de stad niet meer terug. Het contrast is de basis van elke beleving, denk ik. Van elke identiteit. Waar alles hetzelfde is, kan van een wijds uitzicht geen sprake meer zijn. Vinex was eens, maar liever geen Vinext.....