Een Amsterdams schoolgebouw uit 1886 is als eerste gemeentelijke monument biologisch gerenoveerd. Bij deze nieuwe methode is de historische kwaliteit hersteld, en zijn hoge duurzaamheidseisen toegepast. De aanpak is ontwikkeld door Aayu architecten, dat zich bezighoudt met biologische renovatie en nieuwbouw.
De voormalige Leonardo da Vinci-school is getransformeerd tot een brede school met buurtfuncties. In tegenstelling tot andere renovaties van cultureel erfgoed, is er bij de renovatie van de voormalige school geen strijd geweest met de huidige energie- en comforteisen. “Bij biologisch renoveren versterken ze elkaar juist. In dit geval is een GreenCalc-score van meer dan 200 gerealiseerd. Zelfs voor nieuwbouw is dat een hoge score. Toch is energiezuinigheid geen doel op zich; het is het natuurlijke gevolg van het maken van een comfortabel, gezond gebouw”, volgens Daniel Höwekamp, architect en bouwbioloog bij Aayu architecten.
Alle nieuw aangebrachte materialen, zoals massief eikenhout en leem, zijn natuurlijk en bio-cyclisch,. De materialen zijn CO2-neutraal, eenvoudig recyclebaar en sluiten aan op de historische bouwfysica van het pand. Zo veel mogelijk van het materiaal in het gebouw is opnieuw gebruikt. Zo zijn houten traptreden omgedraaid en opgeschuurd, zijn vloerdelen verwerkt tot pantry’s en plafonds tot tuinschutting.
Het gezonde binnenklimaat en de energiezuinigheid zijn het gevolg van de combinatie van natuurlijke isolatie aan de binnenzijde, lagetemperatuur vloer- en wandverwarming, CO2-gestuurde ventilatie, led-verlichting met daglichtregeling, en zonnepanelen. Voor de doorspoeling van het toilet wordt gebruikgemaakt van regenwater. Een bamboebos, vegetatiedak en eetbare plantenmuur geven kinderen extra speelruimte; de kruiden en groenten die ze oogsten, gebruiken ze in de kookles.
Het gemeentelijke Bureau Monumenten & Archeologie (BMA) was nauw bij het project betrokken. “Vooral de aanpak is vernieuwend. Dogma’s zijn er niet; op ieder onderdeel kijkt Aayu samen met monumentenzorg heel precies hoe de prestatie van het gebouw verbeterd kan worden, mét behoud van de monumentale waarde. Versterking van de historische waarde en hoge duurzaamheideisen gaan wel degelijk samen. Een goed praktijkvoorbeeld dat zeker navolging verdient”, vindt Paul Rosenberg, monumentenadviseur bij BMA.
Reacties