Corporaties willen van 2012 tot en met 2016 39 miljard euro investeren in vastgoed voor verhuur. Dit is 5,1 miljard euro minder (11,5 procent) dan dat ze vorig jaar aangaven, en zelfs 7,9 miljard euro (16,8 procent) minder dan hun prognose van twee jaar terug. Dit staat in het ‘Sectorbeeld voornemens woningcorporaties 2012’ van het Centraal Fonds Volkshuisvesting. In dit verslag zijn de prognoses van de corporaties voor 2012-2016 en voorlopige cijfers over 2011 samengevoegd.
Niet alleen verwachten corporaties minder huurwoningen te gaan bouwen, maar ook denken zij minder te gaan investeren in maatschappelijk vastgoed en overig vastgoed voor verhuur. Verder blijkt uit de prognoses ook dat corporaties veel minder koopwoningen willen bouwen en veel minder huurwoningen willen slopen. Alleen de aantallen woningen die de corporaties willen verkopen aan particuliere huishoudens of ingrijpend willen verbeteren, blijven op eenzelfde niveau als in eerdere prognoses. Bij het opstellen van deze prognoses hebben de corporaties nog geen rekening kunnen houden met de effecten van beperkingen in leningen van banken, zoals die recent door diverse corporaties ervaren worden.
De corporatiesector is belangrijk voor de Nederlandse woningbouwproductie. Volgens voorlopige cijfers over 2011 bouwde de corporatiesector dat jaar meer dan de helft (58 procent) van alle nieuw gebouwde woningen. Het totaal aantal woongelegenheden dat de sector bouwde, lag echter wel iets lager dan in 2010 (35.700 in 2011 en 36.500 in 2010). Deze daling betrof vooral het koopsegment (6800 koopwoningen in 2011 en 7900 in 2010). De productie in het huursegment stabiliseerde.
Voor 2011 valt verder op dat er veel minder huurwoongelegenheden zijn gesloopt dan in 2010 (7200 in 2011 en 13.100 in 2010), en dat er beduidend meer ingrijpend zijn verbeterd (31.600 in 2011 en 21.400 in 2010). De verkoop aan particuliere huishoudens is toegenomen, van 15.100 in 2010 tot 16.700 in 2011.
Informatie over de bedrijfsvoering bij corporaties laat zien dat de stijging van de huuropbrengsten in 2011 grotendeels is opgegaan aan fors toegenomen beheerlasten en licht gestegen onderhoudslasten. In de prognoseperiode 2012-2016 verwachten de corporaties na aftrek van deze lasten wel meer over te houden van de stijgende huuropbrengsten. Dat is belangrijk voor zowel de eigen bijdrage aan nieuwe investeringen, als voor het betalen van rentelasten en aflossingen op leningen en specifieke heffingen zoals de verhuurdersheffing, die volgens het Lenteakkoord al in 2013 ingevoerd gaat worden.
Reacties