Voormalig Philipsterrein Strijp-S in Eindhoven is de winnaar van de Gulden Feniks 2013, in de categorie Gebiedstransformatie. Justus van Effen in Rotterdam is onderscheiden met de eerste prijs in de categorie Renovatie. Voor de derde categorie, Transformatie, is Metaforum in Eindhoven als winnaar uitgeroepen. De prijzen zijn 4 juni uitgereikt tijdens de Provada in Amsterdam.
Het aantal inzendingen voor de Gulden Feniks, een prijs exclusief voor de bestaande gebouwde omgeving, steeg dit jaar naar een record van 92. Volgens plaatsvervangend juryvoorzitter Jack de Leeuw, directeur SBRCURnet, onderstreept dit dat de aandacht voor het bestaande ondubbelzinnig toeneemt. Voor de beoordeling van de ingezonden projecten, zijn door de jury de volgende criteria aangehouden: duurzaamheid, sublimatie, economie, innovatie en maatschappelijke meerwaarde. Een conclusie van de jury luidt dat duurzaamheid stijgt op de prioriteitenlijst bij renovatie en transformatie. Daarmee komt de lat hoger te liggen. “We zoeken naar echte innovaties”, aldus jurylid Andy van den Dobbelsteen, hoogleraar Climate Design & Sustainability aan de TU Delft.
In Eindhoven heeft men volgens de jury van de Gulden Feniks ‘opnieuw het licht gezien’. Want ondanks de economische crisis gaat de transformatie van het voormalige Philipsterrein tot de innovatieve en creatieve wijk Strijp-S gestaag door. De crux zit hem in de goede, integrale samenwerking tussen de gemeente en de commerciële marktpartijen, met als resultaat een flexibel bestemmingsplan.
Philips besloot eind jaren negentig haar industriegebied Strijp I af te stoten. Dit 27 hectare metende terrein, met zijn centrale ligging binnen de ring van Eindhoven en tegen het centrum aan, leende zich uitstekend voor een binnenstedelijke transformatie. Koninklijke Volker Wessels Stevin won de pitch met het beste ontwikkelingsplan. De samenwerking kreeg vorm in een publiek-private constructie, waarmee Eindhoven een unieke kans kreeg om historisch erfgoed met hoogstedelijke allure nieuw leven in te blazen. Strijp-S moet een nieuw creatief centrum voor de stad worden, met design, innovatie en technologie als verbindende factor tussen de High Tech Campus Eindhoven (technologie) en de Technische Universiteit Eindhoven (kennis).
De oorspronkelijke architect van het Justus van Effenblok in Rotterdam, Michiel Brinkman, was in 1922 zijn tijd flink vooruit. Geen wonder dat dit monument al jaren in de top tien van belangrijkste sociale volkshuisvestingsgebouwen in de wereld staat. Maar de verloedering die intrad na een weinig fijnzinnige renovatie in jaren tachtig, had hier bijna een einde aan gemaakt. Totdat eigenaar corporatie Woonstad Rotterdam in 2010 koos voor een ingrijpende weg voorwaarts: herstel in oorspronkelijke staat, met het woongemak van de 21ste eeuw. Een gewaagde sprong, die echter goed uitpakte. Het resultaat is in alle opzichten van topkwaliteit, en daarmee taakstellend voor anderen. Met een ingrijpende restauratie en vernieuwing, die twee jaar duurde en 30 miljoen euro kostte, heeft Woonstad Rotterdam dit wereldberoemde monument van de volkshuisvesting succesvol in oude luister hersteld. Het complex werd opgeleverd in september 2012. De 154 vernieuwde woningen voldoen aan de modernste eisen op het gebied van wooncomfort en energieprestatie.
Vroeger keek je neer op een zee van machines, nu op een menigte studenten. De historische W-hal (Werktuigbouwkundehal) van de toenmalige Technische Hogeschool Eindhoven is volgens de Gulden Feniks jury ‘met recht het kloppende hart van de nieuwe campus van de Technische Universiteit Eindhoven’. Door ingenieus gebruik te maken van de typische loopbruggenstructuur in de hal, is het bouwteam met vlag en wimpel geslaagd voor deze transformatie: de centrale functie van het gebouw wordt op zeer fraaie wijze benadrukt met behulp van spectaculaire zichtlijnen. Het nieuwe bouwdeel voor de faculteit Wiskunde & Informatica omvat 16.000 m² vloeroppervlak, en lijkt als een massief metalen blok boven het kenmerkende damborddak van de hal te ‘zweven’.
Niet alleen architectonisch, maar ook technisch is dit project een hoogstandje. De slanke staalconstructie van de bovenbouw staat volledig los van de constructie van de hal. Een nieuwe kelderverdieping bevat een deel van het programma van de bibliotheek en herbergt alle installaties voor de onderbouw. Daarnaast fungeert deze ruimte als gedeeltelijke compensatie van het gewicht van het nieuwe faculteitsgebouw. De installatieruimten in de kelder ‘voeden’ de nieuwe eerste verdiepingsvloer, waarin alle luchtkanalen en andere gebouwinfrastructuur zijn verwerkt. Zo kon het transparante dak vrij blijven van kanalen en is de oorspronkelijke fragiliteit behouden.
Reacties