Herbestemming is een populaire onderzoeksrichting aan het worden onder studenten, zo blijkt uit een kleine rondgang langs diverse opleidingen. Van creatieve eenling met een fors ego wordt de architect opgeleid tot een onderzoekende teamwerker.
Aan de Academie voor Architectuur en Stedenbouw in Tilburg studeert inmiddels een kwart van de studenten af op een herontwikkelingsopgave, schat directeur Marc Glaudemans. “Een percentage dat wij benaderen”, zegt hoofd Architectuur Machiel Spaan van de Amsterdamse Academie voor Bouwkunst. Ook Job Roos, voorzitter van de afdeling instandhouding en herbestemming RMIT TU Delft, signaleert een groeiende belangstelling. “Ten opzichte van drie jaar geleden is het aantal studenten voor de masteropleiding Studio RMIT – onderdeel van de Master Architectuur – verdubbeld”, volgens Roos.
‘Het belangrijkste doel is niet meer om het nieuwe te bouwen maar om bestaande structuren te transformeren.’ Met dit motto van Jo Coenen presenteert de afdeling RMIT van de TU Delft zich op het internet. Een uitspraak die het groeiend belang van herbestemming reflecteert. Deze ontwikkeling heeft zijn weerslag op het curriculum van de bouwopleidingen. Van creatieve eenling met een fors ego wordt de architect opgeleid tot een onderzoekende teamwerker. Hij zal zich bescheidener opstellen, want hij of zij moet zich verdiepen in het bestaande, en zal een gebouw moeten kunnen doorgronden en determineren. “De contextuele lading is een zware component van de opleiding”, verklaart Job Roos. “Naast het artistieke bepalen reflectie en analyse het ontwerpen.” Verder zal de aankomend ontwerper het vermogen moeten ontwikkelen om een proces te regisseren, inclusief het aangaan van allianties met alle mogelijke partners.
Om deze competenties te ontwikkelen werken de opleidingen met praktijkcases gekoppeld aan daadwerkelijke opdrachtgevers. Tilburg organiseert bijvoorbeeld projecten die tweede- en derdejaars studenten gedurende twee periodes van acht weken onder leiding van gastdocenten doorlopen. In september start een ontwerponderzoek naar de herontwikkeling van religieus erfgoed. Glaudemans: “In Den Bosch staat het kloostercomplex Mariënburg. De opgave aan de studenten is deels programmatisch – wat kun je met een dergelijk complex? – deels bouwkundig. Dat gaat vrij ver, al blijft het natuurlijk een studie. Studenten moeten eigenlijk op realistische manier de mogelijke toekomst van zo’n gebouw verbeelden.”
De derdejaars studenten aan de Amsterdamse Academie van Bouwkunst nemen dit jaar onder het motto ‘Smart City Noord’ Amsterdam-Noord onder de loep. In Delft is in het curriculum veel aandacht voor duurzaamheid. Een fusie van RMIT met de afdeling bouwtechnologie heeft de masteropleiding een impuls gegeven in deze richting.
Reacties